Fase 2.2B Een email schrijven

         Fase 2                                                        


Fase 2.2B 

Taal


Een goede email schrijven

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

         Fase 2                                                        


Fase 2.2B 

Taal


Een goede email schrijven

Slide 1 - Tekstslide

E-mail
Een e-mail is een digitale brief. Je kunt iemand een e-mail sturen als je iets wilt vragen of vertellen.
Bijvoorbeeld:
Je e-mailt een vriendin de uitnodiging voor je verjaardagsfeest.
Je e-mailt je baas om de dagen door te geven waarop je kunt werken.

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht 1
hey meneer Schellings,
ik heb gisteren mijn koptelefoon in de kleedkamers laten liggen!!! :-( ik ben hem vergeten na de sportles. heeft u hem gezien???? kunt u hem dan op een veilige plaats leggen????

groeten,
gerrit

Slide 3 - Tekstslide

Wat wil Gerrit aan meneer Schellings vragen of vertellen?
A
Dat hij de gymles leuk vond
B
Hij wil vragen of meneer Schellings zijn oortjes heeft gezien
C
Of ze volgende week gaan voetballen
D
Of meneer ook oortjes heeft, net als Gerrit

Slide 4 - Quizvraag

Wat vind je GOED aan de e-mail van Gerrit?

Slide 5 - Open vraag

Wat vind je MINDER goed aan de a-mail van Gerrit?

Slide 6 - Open vraag

Geef een tip aan Gerrit.

Slide 7 - Open vraag

Hoe begin ik een email
Voordat je een e-mail schrijft, stel je jezelf een aantal vragen?
Aan wie schrijf ik de e-mail?
Is dit een persoonlijke of zakelijke e-mail?
Waarom schrijf ik de e-mail?
Wat wil ik de ander precies vragen of zeggen?

Slide 8 - Tekstslide

5 punten waar je op moet letten:
-Het e-mailadres van de persoon waar je de e-mail naartoe stuurt
-Het onderwerp waarover de e-mail gaat
-De aanhef waarmee je iemand begroet
-Het bericht zelf waarmee je de ander informatie geeft of vraagt
-Een slotgroet waarmee je de e-mail afsluit

Slide 9 - Tekstslide

LEESTEKENS
Een e-mail is beter te lezen en te begrijpen als duidelijk is waar een zin begint of eindigt. Het begin van de zin geef je aan met een HOOFDLETTER. Het einde van de zin geef je aan met een PUNT.
Niet achter elke zin staat een punt. Soms staat er aan het einde van een zin een vraagteken of een uitroepteken
Punten, vraagtekens en uitroeptekens noem je LEESTEKENS.

Slide 10 - Tekstslide

Zeg je U of zeg je Jij
Bij het schrijven van een e-mail is het ook belangrijk om te bedenken of je 'u' of 'jij' moet zeggen tegen degene die je mailt.


De U-vorm gebruik je vaak bij een e-mail aan:
-een volwassene die je niet kent
-een volwassene die iets over je te zeggen heeft
Je zegt tegen deze mensen meestal ook 'meneer' of 'mevrouw' en noemt daarbij vaak hun achternaam. Ook let je bij gebruik van de u-vorm extra op net en beleefd taalgebruik.

Slide 11 - Tekstslide

JE/JIJ
De JE-vorm gebruik je vaak bij een e-mail naar:
- Iemand die je goed kent, bijvoorbeeld vrienden en klasgenoten
- Jongere mensen
Mensen waartegen je 'je' zegt noem je vaak bij hun voornaam.

Soms weet je niet zeker of je de u-vorm of de jij-vorm moet gebruiken, dan kun je beter kiezen voor de u-vorm.

Soms zegt iemand waar je u tegen zegt, dat je wel 'je' mag zeggen. Je kunt dat dan doen als je je er goed bij voelt.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wanneer gebruik je U in je email?
(2 antwoorden)
A
bij een vriendin
B
bij een volwassene die je niet kent
C
bij de baas
D
bij een goede vriend

Slide 14 - Quizvraag

Wat betekent "leidinggevende"?
A
een kind dat de baas speelt over jou
B
je vader of moeder
C
iemand die in zijn beroep leiding geeft
D
de waterleiding

Slide 15 - Quizvraag

Vul het juiste leesteken in

Ik voetbal graag
A
?
B
!
C
.
D
,

Slide 16 - Quizvraag

Vul het juiste leesteken in
Lust jij graag pizza
A
?
B
!
C
.
D
,

Slide 17 - Quizvraag

Vul het juiste leesteken in
Schiet op
A
?
B
!
C
.
D
,

Slide 18 - Quizvraag

Vul het juiste leesteken in
Ga jij nog zwemmen deze week
A
?
B
!
C
.
D
,

Slide 19 - Quizvraag

Stuur een email aan je coach
Stuur een email aan je coach waarbij je alles toepast wat je geleerd hebt:
  • Aanhef
  • Leestekens
  • Slotgroet
Je mag zelf bedenken waar de mail over gaat...

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide