Ch 3 - les 4

1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Parler
  • Vocabulaire
  • Les heures
  • Phrases-clés
  • Le verbe être
  • Regarder
  • Devoirs

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 3
  • Ik ken woorden die te maken hebben met school.
  • Ik ken de dagen van de week.
  • Ik kan vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan vertellen in welke klas ik zit.
  • Ik kan vertellen welke vakken ik heb en hoe ik deze vind.
  • Ik kan vertellen wie mijn docenten zijn en wat ik van hen vind.
  • Ik kan het werkwoord être gebruiken.
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.



Slide 3 - Tekstslide

Parler

Réponds aux questions en phrases complètes.



Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire

Slim Stampen
10 minuten op je eigen manier

A+B



Slide 5 - Tekstslide

Vocabulaire

page 129

Vocabulaire E

Slide 6 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

             il est ...

Slide 7 - Tekstslide

Les heures - hele uren
il est une heure
il est deux heures
il est trois heures
etc.

Let op:       12:00 uur -> il est midi
                        0:00 uur -> il est minuit

Slide 8 - Tekstslide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 9 - Tekstslide

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 10 - Tekstslide

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 11 - Tekstslide

Les heures - 5/10/20 over 
il est une heure cinq
il est deux heures dix
il est trois heures vingt
etc.


Slide 12 - Tekstslide

Les heures - 5/10/20 voor 
il est une heure moins cinq
il est deux heures moins dix
il est trois heuremoins vingt
etc.


Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Phrases-Clés
Prends ton livre à la page 108.
On van faire ex. 13, 14, 15.

Slide 19 - Tekstslide

Le verbe être

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Vul de juiste vorm in van être

Tu ... Français?
A
as
B
es
C
suis
D
est

Slide 22 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van être

Nous ... Hollandais.
A
sont
B
ont
C
sommes
D
avons

Slide 23 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van être

Mon frère ... en cinquième.
A
es
B
as
C
sont
D
est

Slide 24 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van avoir

Mes parents ... en Espagne.
A
sont
B
ont
C
sommes
D
est

Slide 25 - Quizvraag

Ensemble

Exercice 16 a+b

Slide 26 - Tekstslide

Regarder

Fais ex. 20a

Slide 27 - Tekstslide

devoirs
leren woorden/zinnen E

maken opdracht 16d/e + 17 + 18

Slide 28 - Tekstslide

Chapitre 3
  • Ik ken woorden die te maken hebben met school.
  • Ik ken de dagen van de week.
  • Ik kan vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan vertellen in welke klas ik zit.
  • Ik kan vertellen welke vakken ik heb en hoe ik deze vind.
  • Ik kan vertellen wie mijn docenten zijn en wat ik van hen vind.
  • Ik kan het werkwoord être gebruiken.
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.



Slide 29 - Tekstslide