Ch 3 - les 3

1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Qu'est-ce qu'on va faire?
  • Parler
  • Vocabulaire
  • Prononciation
  • Les devoirs
  • Les Heures
  • Phrases-clés
  • Le verbe être

Slide 2 - Tekstslide

Chapitre 3
  • Ik ken woorden die te maken hebben met school.
  • Ik ken de dagen van de week.
  • Ik kan vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan vertellen in welke klas ik zit.
  • Ik kan vertellen welke vakken ik heb en hoe ik deze vind.
  • Ik kan vertellen wie mijn docenten zijn en wat ik van hen vind.
  • Ik kan het werkwoord être gebruiken.
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.



Slide 3 - Tekstslide

Parler

Réponds aux questions en phrases complètes.



Slide 4 - Tekstslide

Vocabulaire


A + B



Slide 5 - Tekstslide

la prononciation

Slide 6 - Tekstslide

prononciation
é  =  ee  -> café, électricité
er = ee -> parler, donner, chercher
ez = ee -> chez, vous parlez

Slide 7 - Tekstslide

prononciation
è   =  e (het)  ->  père, frère, mère, collège
ê  =   e (het)  ->  tête, fenêtre
ai =   e (het)  ->  aimer, mais, anglais

Slide 8 - Tekstslide

prononciation
(e)au   = oo  ->  cadeau, aussi
qu        = k     ->   qui, que, quand, la physique, monique
oi         = wa  ->  trois, moi, toi, histoire
ou       =  oe  ->   bonjour, vous, nous, pour
ui        = wie ->   je suis, oui, 

Slide 9 - Tekstslide

Texte A
Lees om de beurt een zin voor.

Slide 10 - Tekstslide

Devoirs


On va corriger 9, 10, 11 et 12abcd



Slide 11 - Tekstslide

Quelle heure est-il?

             il est ...

Slide 12 - Tekstslide

Les heures - hele uren
il est une heure
il est deux heures
il est trois heures
etc.

Let op:       12:00 uur -> il est midi
                        0:00 uur -> il est minuit

Slide 13 - Tekstslide

Les heures - kwart over

il est une heure  et quart
il est deux heures et quart
il est trois heures et quart
etc.

Slide 14 - Tekstslide

Les heures - half

il est une heure  et demie
il est deux heures et demie
il est trois heures et demie
etc.

Slide 15 - Tekstslide

Les heures - kwart voor

il est une heure  moins le quart
il est deux heures moins le quart        
il est trois heures moins le quart
etc.

Slide 16 - Tekstslide

Les heures - 5/10/20 over 
il est une heure cinq
il est deux heures dix
il est trois heures vingt
etc.


Slide 17 - Tekstslide

Les heures - 5/10/20 voor 
il est une heure moins cinq
il est deux heures moins dix
il est trois heuremoins vingt
etc.


Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

Phrases-Clés
Prends ton livre à la page 108.
On van faire ex. 13, 14, 15.

Slide 24 - Tekstslide

Le verbe être

Slide 25 - Tekstslide

Slide 26 - Video

Vul de juiste vorm in van être

Tu ... Français?
A
as
B
es
C
suis
D
est

Slide 27 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van être

Nous ... Hollandais.
A
sont
B
ont
C
sommes
D
avons

Slide 28 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van être

Mon frère ... en cinquième.
A
es
B
as
C
sont
D
est

Slide 29 - Quizvraag

Vul de juiste vorm in van avoir

Mes parents ... en Espagne.
A
sont
B
ont
C
sommes
D
est

Slide 30 - Quizvraag

devoirs
herhalen woorden/zinnen A + B
leren kloktijden (blz 169/170) + dagen van de week (blz 130)

Slide 31 - Tekstslide

Chapitre 3
  • Ik ken woorden die te maken hebben met school.
  • Ik ken de dagen van de week.
  • Ik kan vertellen hoe laat het is.
  • Ik kan vertellen in welke klas ik zit.
  • Ik kan vertellen welke vakken ik heb en hoe ik deze vind.
  • Ik kan vertellen wie mijn docenten zijn en wat ik van hen vind.
  • Ik kan het werkwoord être gebruiken.
  • Ik kan het bezittelijk voornaamwoord gebruiken.



Slide 32 - Tekstslide