2 vmbo-bk thema 2.5 Voeding en vertering: eten uit de keuken

2.5 Eten uit de keuken
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

2.5 Eten uit de keuken

Slide 1 - Tekstslide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen vorige les: 2.4 Hoeveel is gezond?
nieuwe theorie: 2.5 Eten uit de keuken
zelf aan de slag

Slide 2 - Tekstslide

herhalen 2.4 Hoeveel is gezond?
- Joule/kilojoule
- heeft iedereen evenveel energie nodig?
- overgewicht + gevolgen
- ondergewicht

Slide 3 - Tekstslide

2.4 Hoeveel is gezond?
Je lichaam heeft veel energie nodig.
Brandstoffen in voedsel zorgen voor deze energie.

Voedingsmiddelen met veel vetten en koolhydraten leveren veel energie.




Slide 4 - Tekstslide

2.4 Hoeveel is gezond?
De hoeveelheid energie geef je aan met joule (J).
Een kilojoule (kJ) is 1000 joule.

Een oudere eenheid, die nog steeds wordt gebruikt is de calorie (cal).
Een kilocalorie (kcal) is 1000 calorieen.


Slide 5 - Tekstslide

2.4 Hoeveel is gezond?
Hoeveel energie je nodig hebt, hangt af van verschillende dingen:
- leeftijd
- lichaamsbouw
- geslacht
- hoeveelheid inspanning


Slide 6 - Tekstslide

2.4 Hoeveel is gezond?
Soms eet en drink je meer dan je nodig hebt. Je krijgt dan teveel bouwstoffen en brandstoffen binnen. Deze worden dan in je lichaam opgeslagen als reservestoffen.

Je wordt dan zwaarder. Als je zwaarder bent, dan bij je leeftijd en lichaamslengte past, heb je overgewicht.


Slide 7 - Tekstslide

2.4 Hoeveel is gezond?
gevolgen van overgewicht:
- grotere kans op diabetes (suikerziekte)
- sneller last van je gewrichten
- grotere kans op hart- en vaatziekten

Slide 8 - Tekstslide

2.4 Hoeveel is gezond?
Als je minder eet en drinkt dan je nodig hebt, krijg je te weinig energie binnen. Je lichaam verbruikt dan je reservestoffen.

Als je lichaamsgewicht lager is dan bij je leeftijd en lengte past, heb je ondergewicht.

Als je te mager bent, wordt je sneller ziek.

Slide 9 - Tekstslide

nieuw: 2.5 Eten in de keuken
De meeste voedingsmiddelen komen van planten en/of dieren.
Sommige voedingsmiddelen bestaan uit meerdere grondstoffen (ingredienten).
Dit noem je samengestelde producten.


Slide 10 - Tekstslide

Pannenkoeken zijn een samengestelde producten.
Welke ingrediënten zitten er in een pannenkoek?

Slide 11 - Open vraag

2.5 Eten uit de keuken
Je kan op verschillende manieren je voedsel klaarmaken. Dit klaarmaken heet bereiden. Soms verhit je het voedsel:
- koken
- bakken
- frituren

Sommige voedingsmiddelen hoef je niet te verhitten en kan je rauw eten.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoe kan je aardappelen bereiden?

Slide 14 - Open vraag

Hoe kan je sla bereiden?

Slide 15 - Open vraag

hoe bereid je een brood?

Slide 16 - Open vraag

2.5 Eten in de keuken
Voordelen van bereiden:
- het voedsel wordt lekkerder
- veel schadelijke bacterien en schimmels gaan dood
- vaak is bereid voedsel gemakkelijker te koken

Slide 17 - Tekstslide

2.5 Eten in de keuken
Voedsel kan besmet zijn met bacterien en schimmels. Hierdoor kan het voedsel bederven. Van bedorven voedsel kan je ziek worden.

Bedorven voedsel kan je herkennen aan:
smaak, geur en kleur.

Slide 18 - Tekstslide

Hoe kan je bedorven voedsel herkennen? Noem er 3!

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Video

Slide 21 - Video

2.5 Eten in de keuken
Op de verpakking van veel voedingsmiddelen staat een houdbaarheidsdatum.
Dit is de datum tot wanneer je een voedingsmiddel kunt bewaren.

Slide 22 - Tekstslide

tot wanneer is de
melk houdbaar?

Slide 23 - Open vraag

Slide 24 - Video

2.5 Eten in de keuken
Om niet ziek te worden van voedingsmiddelen moet je hygienisch werken in de keuken.

Voedselhygiene betekent dat je schone manier met je voeding en keukenmaterialen omgaat.

Slide 25 - Tekstslide

Geef een voorbeeld van hygienisch werken in de keuken

Slide 26 - Open vraag

Slide 27 - Tekstslide

2.5 Eten in de keuken
Bij het bereiden van voedsel kun je bacterien overbrengen van het ene voedingsmiddel op het andere.
Dit noem je kruisbesmetting.

Gebruik daarom verschillend keukenmateriaal voor de verschillende voedingsmiddelen. Bijvoorbeeld gekleurde snijplanken.

Slide 28 - Tekstslide

In rouwe voedingsmiddelen zitten meer bacterien dan in gegaarde voedingsmiddelen
A
Ja
B
Nee

Slide 29 - Quizvraag

Slide 30 - Video

VRAGEN??

Slide 31 - Tekstslide

zelf aan de slag

opdracht 23 t/m 36 maken en test jezelf
Bakken van 1 pannenkoek.
Hoeveel verspil jij?
THT opdrachten.


Slide 32 - Tekstslide