Cijferend vermenigvuldigen les 1

Cijferend vermenigvuldigen
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Cijferend vermenigvuldigen

Slide 1 - Tekstslide

1 team bestaat uit 6 spelers
Ik heb nu 7 teams.
Welke keersom hoort erbij?
A
6 x 6
B
7 x 6
C
1 x 6
D
8 x 6

Slide 2 - Quizvraag

1 spel kost 48 euro.
Ik heb 4 spellen.
Welke keersom past hierbij?
A
1 x 48
B
1 x 4
C
4 x 48
D
48 x 4

Slide 3 - Quizvraag

Aan het einde van de les kan ik sommen als 4x41 onder elkaar uitrekenen

Slide 4 - Tekstslide

wat is de som?
Vier kinderen hebben elk 21 euro. Hoeveel euro hebben ze samen?

De som is:
...............................

Slide 5 - Tekstslide

Onder elkaar rekenen gebruik je voor moeilijke keersommen

Slide 6 - Tekstslide

T  E
2 1
      4 x

Slide 7 - Tekstslide

wat is de som?
Drie kinderen hebben elk  32 euro. Hoeveel euro hebben ze samen?

De som is:
...............................

Slide 8 - Tekstslide

T E
3 2
      3x

Slide 9 - Tekstslide

wat is de som?
Joop koopt twee boeken.
Wat moet hij betalen?

De som is:
...............................
1 boek voor € 44,-

Slide 10 - Tekstslide

Nu jullie!

Slide 11 - Tekstslide

T E

Slide 12 - Tekstslide

Drie kinderen hebben elk 23 knikkers.
Hoeveel knikkers hebben ze samen?
Wat is de som?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

manier 1: cijferend vermenigvuldigen,
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Nu jij

Slide 15 - Tekstslide

manier 1: cijferend vermenigvuldigen,
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Nu jij

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

4 x 34 =

Slide 18 - Open vraag

8 x 37 =

Slide 19 - Open vraag

7 x 65 =

Slide 20 - Open vraag

6 x 86 =

Slide 21 - Open vraag

9 x 83 =

Slide 22 - Open vraag

aan het werk
Rekenen:
 Deel 6a, blok 3, week 3- Les 2


Opgave 2
Opgave 3
Opgave 0
Plussen
Kies zelf hoe je de sommen maakt.






Splitsen of cijferend vermenigvuldigen

Slide 23 - Tekstslide