Blok 2,1 les 3 cijferend veremnigvuldigen met eenheden

1 spel kost 48 euro.
Ik heb 4 spellen. Wat moet ik betalen?
Welke keersom past hierbij?
A
1 x 48
B
1 x 4
C
4 x 48
D
48 x 4
1 / 22
volgende
Slide 1: Quizvraag
RekenenBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

1 spel kost 48 euro.
Ik heb 4 spellen. Wat moet ik betalen?
Welke keersom past hierbij?
A
1 x 48
B
1 x 4
C
4 x 48
D
48 x 4

Slide 1 - Quizvraag

1 team bestaat uit 6 spelers
Ik heb nu 7 teams.
Welke keersom hoort erbij?
A
6 x 6
B
7 x 6
C
1 x 6
D
8 x 6

Slide 2 - Quizvraag

LESDOEL
Ik kan schatten en cijferend vermenigvuldigen met eenheden en honderdtallen.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Link

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent dit ≈ teken?

Slide 7 - Open vraag

eerst schatten
  • 3 x 195 ≈ ..
  • 6 x 216 ≈ ..
  • 5 x 340 ≈ ..
  •  2 x 212 ≈ ..
  • 8 x 270 ≈ ..

Slide 8 - Tekstslide

wat is de som?
Vier kinderen hebben elk 24 euro. Hoeveel euro hebben ze samen?

De som is:
...............................

Slide 9 - Tekstslide

manier 1: splitsen
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Juf doet het voor!

Slide 10 - Tekstslide

wat is de som?
Zes kinderen hebben elk 23 euro. Hoeveel euro hebben ze samen?

De som is:
...............................

Slide 11 - Tekstslide

manier 1: splitsen
manier 2: cijferend vermenigvuldigen
Samen!

Slide 12 - Tekstslide

3 x 45 = ?

Slide 13 - Open vraag

6 x 45 = ?

Slide 14 - Open vraag

6 x 52 = ?

Slide 15 - Open vraag

6 x 72 = ?

Slide 16 - Open vraag

4 x 74 = ?

Slide 17 - Open vraag

4 x 34 =

Slide 18 - Open vraag

9 x 83 =

Slide 19 - Open vraag

rekenen
Juf legt de verhaalsom uit. Les 3 blz 17.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

aan het werk
Begin bij opgave 2

tot en met opgave 10

Slide 22 - Tekstslide