In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
Slide 1 - Tekstslide
1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
Een draaipunt
Slide 2 - Tekstslide
1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
Een draaipunt
Een korte arm (grote kracht)
Slide 3 - Tekstslide
1.2 - Rekenen aan hefbomen
Een hefboom heeft:
Een draaipunt
Een korte arm (grote kracht)
Een lange arm (kleine kracht)
Slide 4 - Tekstslide
Rekenen met hefbomen
Elke hefboom heeft een draaipunt..
kracht 1 x arm 1
=
kracht 2 x arm 2
Slide 5 - Tekstslide
Rekenen aan hefbomen
Bij een hefboom heeft elke kracht zijn eigen arm.
Slide 6 - Tekstslide
1.2 - Rekenen aan hefbomen
De arm van een kracht is
NIET gelijk aan de lengte van
de balk
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
Is de hefboom in evenwicht?
F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
F1×l1=F2×l2
A
De hefboom is in evenwicht.
B
De hefboom is niet in evenwicht.
Slide 9 - Quizvraag
De hefboom is in evenwicht. Hoe groot moet de kracht F1 dan zijn?
A
F1 = 175 N
B
F1 = 350 N
C
F1 = 525 N
D
F1 = 700 N
Slide 10 - Quizvraag
Aan een hefboom hangt op 15 cm van het draaipunt een massablokje van 50 gram. Hoe ver moet je een massablokje van 30 gram hangen aan de andere kant voor evenwicht?