Osteoporose P1.2

1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
pathologieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfstudie
In deze lesson-up vinden jullie theorie afgewisseld met leervragen over de theorie.  
In het notitie onderdeel staat extra informatie, lees deze goed door.

Succes met leren!



Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Osteoporose

Slide 3 - Woordweb

Waar denk je aan bij het woord osteoporose? Bekijk de theorie en maak de leervragen. Bedenk aan het einde van de lesson-up of je deze vraag goed beantwoord hebt. 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Osteoporose is een ziekte van het bot. Bot is levende weefsel; er wordt voortdurend nieuw bot aangemaakt en oud bot afgebroken.
Bij osteoporose is er meer afbraak dan aanmaak. De hoeveelheid kalk in de botten neemt hierdoor af. De botten zijn poreus, niet hard en kunnen gemakkelijk breken. De patiënt met osteoporose heeft de eerste jaren helemaal nergens last van. Dat verandert zodra voor het eerst iets gebroken wordt.

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn oorzaken van osteoporose?

Slide 7 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

• Osteoporose neemt toe met de leeftijd.
• Een gebrek aan lichaamsbeweging van jongs af aan kan een factor zijn. Bij het gebruik van spieren, wordt ook kracht gezet op de botten. Hierdoor blijven niet alleen de spieren maar ook de botten in goede conditie.
• Roken is slecht voor de botten.
• Hetzelfde geldt voor overmatig alcoholgebruik.
• Voldoende inname van calcium (kalk) in de voeding is waarschijnlijk ook van belang. Calcium bevindt zich onder meer in melk en andere zuivelproducten. Als iemand daar te weinig van binnenkrijgt, vormen kalktabletten een alternatief.
• Vitamine D is goed voor de opname van calcium vanuit de darmen naar het bloed. Deze vitamine is vooral aanwezig in vetrijke voeding. Vitamine D wordt ook aangemaakt in de huid onder invloed van zonlicht. Daarom komt osteoporose meer voor bij mensen met een donkere huid en bij mensen die nooit in de zon komen.
• Verder kan erfelijke aanleg in het ontstaan van osteoporose meespelen.
• Ondergewicht is ook een risicofactor omdat in vetweefsel oestrogeen wordt aangemaakt. Overgewicht is dus niet slecht voor de botten (maar wel voor de gewrichten).
• Soms is osteoporose een complicatie van een andere ziekte zoals een hormoonziekte (bijvoorbeeld hyperthyreoïdie) of een darmziekte (zoals de ziekte van Crohn).
• Ook oraal gebruik van corticosteroïden over langere tijd is een bekende oorzaak van osteoporose.

Slide 9 - Tekstslide

• Osteoporose komt vooral bij ouderen voor boven de 55 jaar.
• Vrouwen krijgen het vaker dan mannen. Dit heeft te maken met hormonen. Zowel vrouwelijk als mannelijk geslachtshormoon zijn belangrijk voor de botten. Bij vrouwen daalt het geslachtshormoon (oestrogeen) na de overgang sterk. Mannen blijven tot op hoge leeftijd testosteron aanmaken.
Statistisch gezien krijgen 1 op de 4 vrouwen osteoporose, dat is 25% en 1 op de 12 mannen krijgt osteoporose. In Nederland zijn er ongeveer 800.000 mensen met osteoporose.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de medische term voor bot breuk?
A
ruptuur
B
fractuur
C
distorsie
D
luxatie

Slide 11 - Quizvraag

 De medische term voor botbreuk is fractuur.
 Ruptuur --> scheur
 Distorsie --> kneuzing
 Luxatie --> ontwrichting

Wat zien we hier?

Slide 12 - Tekstslide

Op het plaatje zien jullie een wervelfractuur.

Slide 13 - Tekstslide

Wervelfractuur; Als wervels poreus worden, zakken zij in elkaar.
- De osteoporotische wervelfractuur wordt ook inzakkingsfractuur genoemd.
- De patiënt merkt dit als rugpijn.
- Als wervels inzakken en vooral als zij breken, verandert de wervelkolom van vorm en de lichaamslengte neemt af. De patiënt loopt uiteindelijk in een gebogen houding.

wat zie je?

Slide 14 - Tekstslide

Op het plaatje zie je een heup fractuur. Zoals jullie zien zijn er veel verschillende manieren van breken van het bot. Elke manier van breken heeft zijn eigen behandeling voor genezing. 

Slide 15 - Tekstslide

Collumfractuur = Heupfractuur
- De collumfractuur is berucht.
- Het collum is de dunne hals van het dijbeen net onder de heup kop.
- Een collumfractuur heet in de volksmond dan ook gebroken heup. Dit overkomt veel ouderen. Zij vallen, breken hun heup en hebben dan veel pijn.

Slide 16 - Tekstslide

- Bij lichamelijk onderzoek lijkt het been aan de kant van de fractuur te kort te zijn. Het ligt naar buiten toe gedraaid.
- Operatie; er bestaan veel verschillende technieken, welke de specialist gebruikt is geheel afhankelijk van de breuk. Waar loopt deze en zijn er fragmenten (losse stukjes).
- Complicaties: door bedlegerigheid veel complicaties en daardoor kunnen ouderen overlijden

Slide 17 - Tekstslide

 Ook de polsfractuur is een veelvoorkomende complicatie van osteoporose. Een andere term hiervoor is Collesfractuur.
Breuk van het spaakbeen, meestal gips soms repositie nodig. Repositie? Zie volgende dia met vraag

Wat betekent repositie?
A
bekijken van de breuk
B
Gipsen van een botbreuk
C
in normale positie terug brengen
D
opereren van de botbreuk

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

- Een fractuur (botbreuk) kan betekenen dat je osteoporose hebt. De aandoening, osteoporose wordt dan ook meestal pas ontdekt na een botbreuk. Daarom is het bij mensen met een verhoogd risico verstandig in een vroeg stadium te onderzoeken of iemand de ziekte heeft. Een oudere die bij een val opeens iets breekt komt hier bijvoorbeeld zeker voor in aanmerking.
- Daarnaast kan er gebruik worden gemaakt van een botdichtheidsonderzoek, op de volgende dia meer informatie hierover.
- Op een röntgenfoto kan een ingezakte wervel zichtbaar zijn en ook geeft de foto minder ‘’witte’’ botten weer.

Slide 20 - Tekstslide

Dit is mogelijk met botdichtheidsonderzoek, ofwel een DEXA-meting. Met een speciaal röntgenapparaat wordt de kalkdichtheid van botweefsel onderzocht, bijvoorbeeld van heup en lendenwervels (rugwervels). De botdichtheid wordt uitgedrukt in de T-score. Hoe lager de botdichtheid hoe groter de kans op een botbreuk.
T-score tussen +1 en -1  geen probleem
T-score tussen de -1 en -2,5  osteopenie (verminderde botmassa)
T-score bij 2,5 of lager  osteoporose
Andere oorzaken moeten uitgesloten worden. Gewone osteoporose gaat niet gepaard met afwijkingen in het bloed. Bij veel andere oorzaken van verminderde kalkdichtheid zijn die er wel.

Slide 21 - Tekstslide

- Voorkomen is beter dan genezen  zie volgende dia met preventie adviezen.
- Pijn bestrijden
- Verder kalkverlies tegengaan
- Botbreuken voorkomen

Slide 22 - Tekstslide

Voorkomen is beter dan genezen.
- Daarom ligt de nadruk op preventie  Ouderdomsosteoporose kan worden voorkomen door van jongs af aan veel te bewegen.
- Het is belangrijk niet te roken en niet overmatig alcohol te drinken.
- Voldoende calcium en vitamine D – in de voeding of eventueel als aanvulling (maar dan niet te veel, dus in overleg met de arts) – is verstandig.
- Blootstelling aan zonlicht is goed voor de botten (omdat dan in de huid meer vitamine D wordt aangemaakt).
- Bepaalde geneesmiddelen hebben een gunstig effect op de botstofwisseling en de botdichtheid neemt hierdoor toe. Het effect is echter beperkt. Alleen mensen met een duidelijk verhoogd risico komen ervoor in aanmerking. Mede vanwege de soms ernstige bijwerkingen worden dit soort middelen niet langer gegeven dan bijvoorbeeld vijf jaar. –
- Essentieel is valpreventie. Dit kan iemand doen door in huis zo goed mogelijk alle oorzaken van vallen weg te nemen. Dit zijn bijvoorbeeld drempels en losliggende matjes.
- Ook een goede verlichting is belangrijk. Het valgevaar is ook een van de vele redenen om bij ouderen voorzichtig te zijn met het geven van versuffende en spierverslappende medicijnen, zoals slaaptabletten. Veel ouderen worden duizelig bij opstaan. Voor hen is het goed zich in die situatie eerst even vast te houden, alvorens te gaan lopen.

leg uit wat osteoporose is.
timer
0:30

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

wat is het verloop van osteoporose?
timer
0:20

Slide 24 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Benoem 3 oorzaken van osteoporose

Slide 25 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Volgende week --> reuma en artrose 
Huiswerk --> maak opdracht 1 (staat klaar in teams) inleveren voor de volgende les

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting

Ik ben weer een stukje wijzer geworden
Ik wist al veel over osteoporose
Ik had alle vragen goed
Ik heb nog een aanvulling op de theorie
ik vond deze manier van zelfstudie handig
De vragen waren te moeilijk

Slide 27 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting
Bedankt voor het maken, tot de volgende les!

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuurlijst 
Plaatjes lesson-up verkregen via:

Osteoporose Vereniging. (z.d.) Diagnose osteoporose, meer dan de DEXA. Geraadpleegd op 2 november 2021, van https://osteoporosevereniging.nl/osteoporose/diagnose-onderzoeken/

Rijnland Orthopaedie. (z.d.). Epifysiolyse. Geraadpleegd op 2 november 2021, van
https://www.rijnlandorthopedie.nl/epiphysiolysis-capitis-femoris/

van Booren, P. ( 2019, 4 september). Osteoporose, de stille epidemie. Geraadpleegd op 19 oktober 2021, van https://www.vanderpigge.nl/gezondheid/osteoporose-de-stille-epidemie/



Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Literatuurlijst 
Wentink, E.A.F., (2017) Medische kennis. (2e druk) Houten: Bohn Stafleu van Loghum uitgeverij

Didactisch model (van Gelder). Geraadpleegd op 7 november 2021, van
http://www.raamstijn.nl/eenblogjeom/index.php/bluff-your-way-into/9237-belangrijke-onderwijskundige-begrippen-didactisch-model-van-gelder/


Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies