Het streven van vorsten naar absolute macht.
Op de jonge Lodewijk maakte dit alles een enorme indruk. Hij kreeg een diepe hekel aan iedereen die zijn besluiten dwarsboomde. Op latere leeftijd schreef hij in zijn Memoires: 'Niemand kan ontkennen dat, hoe slecht een heerser ook is, een opstand door zijn onderdanenaltijd door en door misdadig is. God, die de mensen koningen heeft geschonken , wil dat [koningen] worden gerespecteerd als Zijn plaatsvervangers; alleen Hij heeft het recht hun gedrag te beoordelen . Het is Zijn wil dat wie als onderdaan wordt geboren, zonde r vragen gehoorzaamt. Deze wet, die zo duidelijk is en zo universeel , is niet alleen gunstig voor heersers, maar ook heilzaam voor de onderdanen zelf.'