In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
H5.3 Reactiesnelheid - deel 2
Slide 1 - Tekstslide
Wat weet je nog van vorige les...
Slide 2 - Tekstslide
De eenheid van de reactiesnelheid is....
A
mol.s−1
B
mol.L−1
C
mol.L−1.s−1
D
mol.L.s−1
Slide 3 - Quizvraag
Kenmerkend voor een aflopende reactie is / zijn, dat na enige tijd:
I de concentraties van de aanwezige stoffen niet meer veranderen.
II geen van de concentraties nul wordt.
Juist is (zijn):
A
I
B
II
C
beide
D
geen van beide
Slide 4 - Quizvraag
Gegeven het de aflopende reactie: X +Y --> Z Leo mengt 5 mol X en 1 mol Y. Hij wacht tot niets meer verandert. Welke stof(fen) zijn na afloop aanwezig?
A
alleen X en Z
B
X, Y en Z
C
alleen Z
D
alleen Y en Z
Slide 5 - Quizvraag
Gegeven: 2 H2 + 2 NO --> 2 H2O + N2 Bij de reactie wordt op een gegeven moment a mol N2 (per seconde per L) gevormd. Hoe groot is op dat moment de snelheid van de omzetting van NO ( in mol per seconde per L)?
A
0,5 a
B
a
C
2a
D
4a
Slide 6 - Quizvraag
Gegeven: 2 H2 + 2 NO --> 2 H2O + N2 Bij de reactie wordt op een gegeven moment a mol H2 (per seconde per L) omgezet. Hoe groot is op dat moment de snelheid van de vorming van N2 ( in mol per seconde per L)?
A
0,5 a
B
a
C
2a
D
4a
Slide 7 - Quizvraag
Gegeven: 2 H2 + 2 NO --> 2 H2O + N2
Voor het berekenen van de gemiddelde reactiesnelheid van deze reactie wordt de volgende formule gebruikt:
A
B
C
D
Slide 8 - Quizvraag
Hiernaast staat het BOE-schema van de vormingsreactie van HI (g) uit de elementen. Welke concentratie wordt er van elke stof omgezet?
A
B
C
D
Slide 9 - Quizvraag
Onderstaande reactie vindt plaats in een reactievat van 5,0 L. Aan het begin van de reactie zijn alleen de beginstoffen aanwezig. Na 80 s is er 7,0 mol HI (g) gevormd. Wat is de gemiddelde reactiesnelheid in deze periode?
A
B
C
D
Slide 10 - Quizvraag
uitleg
Bovenstaande reactie vindt plaats in een reactievat van 5,0 L. Aan het begin van de reactie zijn alleen de beginstoffen aanwezig. Na 80 s is er 7,0 mol HI (g) gevormd. Wat is de gemiddelde reactiesnelheid in deze periode?
Slide 11 - Tekstslide
Leerdoelenvan deze les:
je leert wat het effect is van een katalysator op de reactiesnelheid
je weet wat het verschil is tussen een homogene en een heterogene katalysator
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
katalysator
een katalysator is een stof die ervoor zorgt dat een reactie sneller verloopt
een katalysator wordt wel gebruikt, maar niet verbruikt
Slide 14 - Tekstslide
homogeen <--> heterogeen
een homogene katalysator heeft dezelfde fase dan de reagerende stoffen
een heterogene katalysator
heeft een andere fase dan de reagerende stoffen
Slide 15 - Tekstslide
Hiernaast zie je de diagrammen van twee proeven, waarbij een gas ontstaat. proef 1: zonder katalysator ( rode lijn) proef 2: dezelfde proef, maar nu met katalysator (zwarte lijn) Het volume gas is uitgezet tegen de tijd. Welk diagram geeft beide proeven juist weer?
A
diagram A
(linksboven)
B
diagram B (rechtsboven)
C
diagram C
(linksonder)
D
diagram D
(rechtsonder)
Slide 16 - Quizvraag
huiswerk
Goed bestuderen H 5.3
Maken + nakijken opgaven 17 + 18 + 19 (in je schrift)