2.3 spieren

• Biologie
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Planning

Nieuwe plattegrond

Werkhouding in de les

HW check

Uitleg 2.3 spieren

2.3 Spieren

Spierstelsel

• Het meeste vlees dat wij eten is spierweefsel

• Ongeveer 600 verschillende spieren

• Elke spier heeft 1 taak, bv spieren om te lachen  

Opbouw van spieren

• Spiervezel: zijn spiercellen. 

deze zijn lang en dun. soms wel 1 meter

• Spierbundel: een groepje vezels 

• Pezen: uiteinde van spierbundels groeien samen tot pezen.  Pezen zijn taai, stevig en niet elastisch

• Spiervezels worden korter wanneer ze samen trekken

• Daardoor wordt de hele spier korter 

• Pezen trekken dan aan het bot waar aan ze vast zitten 

1. Arm buigen 

De armbuigspier trekt samen (korter en dikker)

Pees trekt aan spaakbeen en buigt je onderarm naar je bovenarm toe

De armstrekspier is dan uitgerekt (lang en dun)

2. Arm strekken

De armbuigspier ontspant (lang en dun)

Pees trekt aan spaakbeen en buigt je onderarm naar je bovenarm toe

De armstrekspier trekt samen (iets dikker als bij plaatje 1)

• Bij elke beweging heb je dus minsten twee spieren nodig die samenwerken: buigspieren en strekspieren 

Welke andere spieren heb je?

Je hart is een holle spier die je leven lang samentrekt

Kippenvleugel practicum

Labjas aan

Haar vast

Tas voor in het lokaal

Practicum regels

Uitleg practicum

Stap 1

• Eerst haal je het vel van de botjes af met je handen.

• Beweeg de botten van de vleugel onderling: 
• Wat voor een soort botverbinding voel je dan?

• Maak een schematische tekening van het boven aanzicht

ORANJE= invullen op werkblad

Stap 2

• Zoek een spierbundel op en kijk waar en op wat voor manier deze spierbundel vast zit op het bot

• Op welke manier en met wat voor materiaal zit de spierbundel vast op het bot?

• Zoek de spierbundels op die antagonisten zijn. Laat je docent dit even controleren.

ORANJE= invullen op werkblad

tegenwerkende spieren

Stap 3

• Snijd een gewricht door en bekijk het gewricht van binnen.

• Hoe schuiven de botten over elkaar?

• Breek een bot in het middendoor; 
• Wat zie je van binnen? Welke onderdelen kun je zien?

ORANJE= invullen op werkblad

stap 4

Opruimen