DNA

Deze les
Opdrachten paragraaf 7.1 & 7.2 bespreken
Uitleg over paragraaf 7.3 (bladzijde 127)
Opdrachten maken paragraaf 7.3

Vrijdag gastles voeding

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Deze les
Opdrachten paragraaf 7.1 & 7.2 bespreken
Uitleg over paragraaf 7.3 (bladzijde 127)
Opdrachten maken paragraaf 7.3

Vrijdag gastles voeding

Slide 1 - Tekstslide

Als je je haar verft verander je iets aan je...

Slide 2 - Open vraag

Als door radioactieve straling je DNA veranderd, veranderd je...

Slide 3 - Open vraag

De lichaamscellen van een fruitvlieg hebben 8 chromosomen. Hoeveel chromosomen hebben de geslachtscellen?

Slide 4 - Open vraag

Welk geslachtchromosoom geeft de moeder altijd af?
A
X
B
Y
C
XX
D
YY

Slide 5 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag leren?
We gaan leren:
Wat DNA is, wat de functie hiervan is, en waar DNA zit.
Waar DNA uit bestaat.
Hoe DNA ervoor zorgt dat eigenschappen tot uiting komen. 
Wat genen zijn. 

Slide 6 - Tekstslide

DNA in de mens
Zoals bij genetica behandeld, staan alle erfelijke eigenschappen opgeslagen in je DNA. Het DNA van het kind ontstaat doordat DNA in de eicel van de moeder word samengesmolten met het DNA van de zaadcellen van de vader. Dit DNA word steeds gekopieerd, en blijf je dus je hele leven houden. 

Slide 7 - Tekstslide

Waar zit DNA?
DNA  zijn eigenlijk hele lange slierten, die chromosomen worden genoemd. In totaal heb je er 46; 23 van de vader en 23 van de moeder. In je ei- of zaadcellen zitten telkens maar 23 chromosomen; dit gebeurd tijdens de ontwikkeling van deze cellen en zorgt ervoor dat geen enkel kind hetzelfde is. 

Slide 8 - Tekstslide

DNA
DNA bestaat uit 2 strengen de streng zelf bestaat uit fosfor en suiker, maar tussen de 2 strengen zitten 2 stoffen in paren, deze stoffen zijn A - T - G en C. A en T zijn altijd gekoppeld aan elkaar, net als C en G.
Op welke volgorde deze paren zitten, is voor iedereen anders, en dit maakt iedereen anders. 

Slide 9 - Tekstslide

DNA

Slide 10 - Tekstslide

DNA en eiwitten
Zoals de eerste les besproken, zijn genen op het DNA eigenlijk recepten voor verschillende eiwitten. Eiwitten bestaan uit aminozuren. Dit is de reden waarom het belangrijk is dat mensen veel eiwitten eten; dit zijn de bouwstoffen van je lichaam.  

Slide 11 - Tekstslide

Genen
Iedereen heeft veel verschillende eigenschappen (haarkleur, oogkleur, lengte en gedrag). In het DNA staat overal een stukje dat beschrijft hoe die eigenschap eruit ziet. Zo'n stukje noem je een gen

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk voor volgende les
Maak de opdrachten van paragraaf 7.3 in de online methode. 

Slide 13 - Tekstslide