Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
GR les 3A
Les 3:
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
1 / 11
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
In deze les zitten
11 slides
, met
interactieve quiz
en
tekstslides
.
Lesduur is:
15 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Les 3:
Onderwerp
Lijdend voorwerp
Meewerkend voorwerp
Slide 1 - Tekstslide
Je kunt nu ...
...
het gezegde
in een zin benoemen.
... bepalen of je te maken hebt met een
wwg
of een
nwg.
... het gezegde, het lijdend voorwerp en het meewerkend voorwerp in een zin benoemen.
... een zin in
zinsdelen
verdelen.
Slide 2 - Tekstslide
Voordat we verdergaan ...
... een stukje herhaling op basis van de vragen die jullie aan mij gesteld hebben.
Slide 3 - Tekstslide
Werkwoordelijk gezegde
(wwg)
Zinnen waarin
het onderwerp iets doet
hebben een
werkwoordelijk
gezegde
.
wwg =
alle werkwoorden
Hij
wacht
op de bus. wwg = wacht
Hij
was aan het treuzelen
. wwg = was aan het treuzelen
Hij
zat te staren
. wwg = zat te staren
Slide 4 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
(nwg)
Z
innen waarin
het onderwerp iets is
hebben een
naamwoordelijk
gezegde
.
nwg =
alle werkwoorden +
wat het onderwerp is
Deze bloem
is oranje
. alle ww =
is
+ = nwg =
is oranje
wat het ond is =
oranje
Slide 5 - Tekstslide
Naamwoordelijk gezegde
(nwg)
nwg =
alle werkwoorden +
wat het onderwerp is
Mijn vader
wordt een geweldige kok
.
alle ww =
wordt
+
= nwg =
wordt een geweldige kok
wat het ond is =
een geweldige kok
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag!
Opdracht: Je ziet steeds een rijtje peuterzinnen
Er is 1 zin in het rijtje die afwijkt. Welke zin is dat?
Leg je antwoord uit. Gebruik de begrippen:
ond
en
lv
aap klimmen - druif eten - kind blij - vader timmeren
druif eten
wijkt af
uitleg:
de druif wordt gegeten
= ondergaat iets =
lijdend voorwerp
in de andere zinnen gaat het om
onderwerpen,
die
zelf iets doen of zijn
Slide 7 - Tekstslide
Welke zin wijkt af?
1A. mama koken - vogel vliegen - ikke fietsen - jasje maken - klokje tikken
A
mama koken
B
jasje maken
C
klokje tikken
D
vogel vliegen
Slide 8 - Quizvraag
Volgorde zinsdelen benoemen
Zinsdelen benoemen;
altijd in een vaste volgorde
.
wwg of nwg
nwg = geen lv
nwg = kww in de zin
ond
gebiedende wijs = geen ond
lv
nwg = geen lv
mvw
bwb
kunnen er meerdere in een zin staan
Hij is een oude gekke man.
Slide 9 - Tekstslide
Voorbeeld
Stap 1: wwg of nwg = belangrijk!
Onze buurman is een oude gekke man.
wwg of nwg
wwg: is
ond
onze buurman
lv
een oude gekke man
mvw
bwb
wwg of nwg
nwg: is een oude gekke man
ond
onze buurman
lv
mvw
bwb
Slide 10 - Tekstslide
Aan de slag!
Ga naar LU
1. Maak af: Les 3 - bekijk vanaf slide 38 waar je bent gebleven. Ga daar verder!
2. Klaar met les 3?
- Lees dan verder in Geest
- Of: ga naar: LU GR les 6 en maak daar de opdrachten die je nog niet hebt gemaakt.
timer
10:00
Slide 11 - Tekstslide
Meer lessen zoals deze
GR les 4: Bijwoordelijke bepaling
Februari 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
GR les 4: Bijwoordelijke bepaling
Januari 2020
- Les met
47 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Zinsleer
September 2023
- Les met
38 slides
PAV
Secundair onderwijs
wk 13: les 2 (grammatica les 7)
Maart 2024
- Les met
36 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
GR les 6: extra oefenen
Januari 2020
- Les met
44 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
WWG en NWG
Februari 2021
- Les met
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
L11 Zinsdelen
April 2024
- Les met
49 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Grammatica les 6: BWB/MV
September 2023
- Les met
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2