Les 3 Woordenschat

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Kaan
Romano
Quigley
Bjorn
Ryan
Arda
Vishesh
Aiden
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Makali
Levi
Danny
Niels
Lindsey
Zion
Kaan
Romano
Quigley
Bjorn
Ryan
Arda
Vishesh
Aiden
Seppe
Esperanza
Jayden
Java
Lisa
Marco
Devyn
DOCENT ACHTER

Slide 1 - Tekstslide

Welkom!
Geen telefoons, eten en drinken
en geen kauwgom kauwen.
Jassen in de kluis. 

Op tafel: 
Lesboek  DICHT!
timer
5:00
socialiseren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vanaag:
  • Herhaling H1 en H2
  • H3: Wat weten we al?
  • Instructie
  • Zelfstandig werken
  • Evaluatie

Slide 4 - Tekstslide

Herhaling Hoofdstuk 1
Deze woorden noemen we ook wel 'leenwoorden'. 
Sommige woorden kennen we niet in Nederlands en daarom gebruiken we de woorden uit een andere taal. 
Soms precies zoals ze het in het andere land ook gebruiken, soms maken we er een Nederlands 'klinkend' woord van. Mango bijvoorbeeld. Deze vrucht hebben we niet in Nederland en halen we dus uit de Maleisische taal. (Mangga)

Slide 5 - Tekstslide

Herhaling hoofdstuk 2
Is Ironie hetzelfde als sarcasme?
Leg het verschil uit.
Bij ironie wordt vaak het tegenovergestelde gezegd dan dat er bedoeld wordt. 
Sarcasme is vaak gemener. Een nare opmerking waarbij ook vaak iets anders bedoeld wordt dan er gezegd wordt. 

Slide 6 - Tekstslide

herhaling hoofdstuk 2
"Jeetje, ik heb een lekke band! Wat jammer, nu mis ik mijn wiskunde les op school." 

"Iedereen heeft het recht om dom te zijn, maar jij maakt er misbruik van!" 

Slide 7 - Tekstslide

Hoofdstuk 3 Wat weten we al?
Wat is non-verbale communicatie?
Wat betekent verbaal?

Slide 8 - Tekstslide

Lesdoel
Aan het eind van de les 
  • weet ik  hoe non-verbale communicatie een rol speelt in communicatie.
  • weet ik wat het verschil is tussen verbale en non-verbale communicatie.

Slide 9 - Tekstslide

Instructie
Communicatie = de keer dat iemand met een ander contact heeft.
Verbale communicatie = communicatie door middel van woorden.
Non-verbale communicatie = communicatie op een andere manier dan met woorden bijv. door gebaren of gezichtsuitdrukkingen. 
Lichaamstaal = communicatie via het lichaam
Mimiek = gezichtsuitdrukking

Slide 10 - Tekstslide

Instructie
Geef een voorbeeld van non-verbale communicatie

Geef een voorbeeld van wanneer je met lichaamstaal spreekt

Laat door middel van mimiek zien wat je van school vindt. 

Slide 11 - Tekstslide

Instructie
  • blij
  • boos
  • opgelucht
  • bang/angstig

Slide 12 - Tekstslide

Toepassing
Jullie gaan in het lesboek aan het werk met Cursus 4 - Taal paragraaf 3 - verbale en non-verbale communicatie. De opdrachten moeten deze les af. 

Klaar? Dan maak je de oefentoets van paragraaf 2. 
Basis blz. 90-91
Kader blz. 94-95

Slide 13 - Tekstslide

Evaluatie
Alles af gekregen? 
Niet af, huiswerk voor de volgende les Nederlands. 

TOT WOENSDAG!   

Slide 14 - Tekstslide