Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
feiten, meningen en argumenten 22-1
Feiten
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar is:
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
1 / 17
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
17 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
2 videos
.
Lesduur is:
120 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Feiten
Een feit is iets waarvan je kunt controleren of het waar is:
– Het Paleis op de Dam staat in Amsterdam.
Slide 1 - Tekstslide
Meningen en standpunten
Een mening of standpunt is wat iemand van iets vindt. Met iemands mening kun je het eens of oneens zijn.
Een mening herken je soms (maar lang niet altijd!) aan signaalwoorden als: ik vind, volgens mij, lijkt mij, naar mijn mening, mijns inziens.
Slide 2 - Tekstslide
Argumenten
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een argument.
Een argument herken je aan signaalwoorden als want, omdat, namelijk en immers:
– Je zou dat blauwe jasje aan moeten doen naar het Lentefeest. (= mening) Dat staat je namelijk geweldig! (= argument)
Je gebruikt dus argumenten om je standpunt te onderbouwen. Deze argumenten kunnen vervolgens weer meningen of feiten zijn.
Slide 3 - Tekstslide
1.Wat is een feit?
A
een feit is altijd waar
B
een feit is altijd onwaar
C
een feit is waar of onwaar en je kunt het controleren
D
een feit is waar of onwaar, maar je kunt het niet controleren
Slide 4 - Quizvraag
2.Wat is een mening of standpunt?
A
iets wat je goed vindt, je bent het ermee eens
B
iets wat je vindt, je kunt het eens of oneens zijn
C
iets wat je niet goed vindt, je bent het er niet mee eens
D
iets wat waar is, je kunt het controleren
Slide 5 - Quizvraag
3. Wat geef je aan in een argument?
A
waarom je het met iets eens bent
B
hoe je iets kunt controleren
C
waarom je iets vindt
D
waarom je het met iets oneens bent
Slide 6 - Quizvraag
Feit of mening?
4. Feyenoord is de beste club van Nederland.
A
Feit
B
Mening
Slide 7 - Quizvraag
5. Feit, mening, of argument?
Chocolade is lekker.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
3
Slide 9 - Video
00:23
6. Het stelt niks meer voor.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 10 - Quizvraag
01:29
0
Slide 11 - Interactieve video
01:29
7. Omdat ik het nooit eerder heb gezien.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 12 - Quizvraag
8. Feit, mening of argument?
Omdat ik morgen naar de tandarts moet.......
A
Feit
B
Mening
C
argument
D
Geen van alle
Slide 13 - Quizvraag
9. feit/mening?
Hij heeft oortjes en staart naar zijn telefoonscherm.
A
feit
B
mening
C
geen idee
Slide 14 - Quizvraag
10. Feit, mening
of argument?
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 15 - Quizvraag
13. Staat hier een feit, mening of argument?
Morgen moet ik naar de tandarts.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 16 - Quizvraag
14. Staat hier een feit, mening of argument?
Omdat hij goede standpunten heeft.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 17 - Quizvraag
Meer lessen zoals deze
feiten, meningen en argumenten
Mei 2024
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
feiten, meningen en argumenten en spelling
Januari 2021
- Les met
48 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Feiten, meningen en argumenten
November 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Feiten, meningen en argumenten
Mei 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Feiten, meningen en argumenten
Oktober 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Feiten, meningen en argumenten
April 2024
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Feiten, meningen en argumenten
Maart 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3
Feiten, meningen en argumenten
September 2024
- Les met
12 slides
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1-3