Les Nederlands+ week 16 - klas 2

Nederlands+
Klas 1
Nederlands+
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 75 min

Onderdelen in deze les

Nederlands+
Klas 1
Nederlands+

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Lezen (10 minuten)

  • Aan de slag met Numo! (15 minuten)

  • Uitleg zinsdelen (15 minuten)

  • Aan de slag met de opdrachten! (25-30 minuten)

Slide 2 - Tekstslide

Lezen
(10 minuten)
timer
10:00
In stilte!

Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag met Numo!
(15 minuten)
timer
15:00
Korte schoolcode: STJM

Wat?
Zelf kiezen. Kies wel iets waar je nog veel voor moet doen.

Hoe?
Alleen en op eigen laptop

Als je oortjes bij je hebt, dan mag je muziek luisteren. Géén geluid van laptop zelf!

Slide 4 - Tekstslide

Zinsdelen:

  • De persoonsvorm

  • Het onderwerp

  • Het werkwoordelijk gezegde

Slide 5 - Tekstslide

Leerdoelen
Na deze les weet je:

  • wat de persoonsvorm is;

  • hoe je de persoonsvorm vindt;

  • wat het onderwerp is;

  • hoe je het onderwerp vindt;

  • wat het werkwoordelijk gezegde is. 

Slide 6 - Tekstslide

Persoonsvorm
De persoonsvorm (pv) in een zin is een werkwoord en geeft aan wat er gebeurt.

Voorbeeld: 
'Mike voetbalt in het eerste elftal van VV Zwaluwen.'


Trucjes om de persoonsvorm te vinden:

  1. Maak de zin vragend. De persoonsvorm komt dan vooraan in de zin.
    Voorbeeld: 'Voetbalt Mike in het eerste elftal van VV Zwaluwen?'

  2. Verander de tijd in de zin. De persoonsvorm verandert.
    Voorbeeld: 'Mike voetbalde in het eerste elftal van VV Zwaluwen.'

Slide 7 - Tekstslide

Onderwerp
Het onderwerp (ond) in een zin is diegene of datgene waar de zin over gaat.

Voorbeeld:
'De tweelingbroers zitten in het eerste elftal van VFC.'


Je vindt het onderwerp door de vraag te stellen: wie of wat + pv?

Vraag: 'Wie zitten (in het eerste elftal van VFC)?'
Antwoord: 'De tweelingbroers'.

Onderwerp = 'De tweelingbroers'

Slide 8 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde (wwg) bestaat uit alle werkwoorden in een zin.

Voorbeeld 1'Frank gaat altijd op de fiets naar school.'

  • De persoonsvorm = gaat
  • Het werkwoordelijk gezegde = gaat

Voorbeeld 2: 'Davida heeft vorige week een turnwedstrijd gewonnen.'

  • De persoonsvorm = heeft
  • Het werkwoordelijk gezegde = heeft gewonnen

Voorbeeld 3: 'Komend weekend willen we met alle vrienden gaan fietsen.'

  • De persoonsvorm = willen
  • Het werkwoordelijk gezegde = willen gaan fietsen

Slide 9 - Tekstslide

Werkwoordelijk gezegde
Let op!

  • 'Mia neemt haar laptop mee naar de les.'  

    Het werkwoordelijk gezegde = neemt mee (van 'meenemen')


  • 'Henry probeert de bal uit de sloot te halen.'

    Het werkwoordelijk gezegde = probeert te halen


  • 'De docent heeft zich vergist.'

    Het werkwoordelijk gezegde = heeft zich vergist

Slide 10 - Tekstslide


Ibrahim gaat vanmiddag een
film kijken in de bioscoop.

Wat is de persoonsvorm in deze zin?
A
Ibrahim
B
gaat
C
gaat kijken

Slide 11 - Quizvraag


Joris fietst altijd samen 
met Sam naar school.

Wat is het onderwerp in deze zin?
A
Joris
B
Sam
C
Joris en Sam

Slide 12 - Quizvraag


Stelling 1
'Als je de zin vragend maakt, dan staat de persoonsvorm meestal vooraan in de zin.'

Stelling 2
'Als je de tijd van de zin verandert, dan verandert de persoonsvorm.'
A
Alleen stelling 1 is juist
B
Alleen stelling 2 is juist
C
Stelling 1 en 2 zijn beiden juist
D
Stelling 1 en 2 zijn beiden onjuist

Slide 13 - Quizvraag


Miley moet vanavond haar
huiswerk af gaan maken van haar ouders.

Wat is het werkwoordelijk gezegde in deze zin?
A
moet
B
moet maken
C
moet gaan maken
D
moet af gaan maken

Slide 14 - Quizvraag

Aan de slag met Station!
(30 minuten)
timer
30:00
Let op: níet in de boekjes schrijven!

Station → Perron 2

Maken: opdracht 1, 2 en 3 (blz. 21 en 22)

Tip! 
Ben je de uitleg even vergeten? Lees dan blz. 23 nog eens door.

Hoe?
Alleen en in eigen schrift.

Niet af gekregen? Dan is het huiswerk!
Na de les zet ik het huiswerk + de opdrachten in Magister.

Slide 15 - Tekstslide

Tot de volgende keer!
Niet vergeten

Huiswerk!

Neem volgende week ook weer je pen, schrift
leesboek en laptop mee.

Zorg dat je laptop is opgeladen!

Slide 16 - Tekstslide