Grammatica - les 1 - 25.03.21

WELCOME 
ONDERSTEUNINGSLESSEN
Camera aan
Geluid uit
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELCOME 
ONDERSTEUNINGSLESSEN
Camera aan
Geluid uit

Slide 1 - Tekstslide

PLANNING
Planning:

  • Present Simple
  • Present Continuous

Slide 2 - Tekstslide

Present Simple
De present simple gebruik je als iets altijd, nooit of regelmatig gebeurt. 

Bij deze tijd komt de SHIT-regel kijken. Hoe zat dat ook alweer?


Slide 3 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Present Simple?
A
als iets nu aan de gang is
B
als iets nooit, altijd of regelmatig gebeurt
C
als iets in het verleden is gebeurt
D
als iets onverwachts gebeurt

Slide 4 - Quizvraag

Wat is een voorbeeld van een signaalwoord bij de Present Simple?
A
always
B
right now
C
well
D
look

Slide 5 - Quizvraag

Maak de zin af, gebruik de Present Simple:

sing Susan always _______ in the shower.

Slide 6 - Open vraag

Wat is de correcte vraagzin van:
"Susan always sings in the shower."
A
Susan don't always sing in the shower.
B
Do Susan always sing in the shower?
C
Does Susan always sings in the shower?
D
Does Susan always sing in the shower?

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de correcte ontkenning van:
"I always sing in the shower."
A
I don't always sing in the shower.
B
I do always not sing in the shower.
C
Does I not always sing in the shower.
D
I doesn't always sing in the shower.

Slide 8 - Quizvraag

Present Simple
I always walk to school.
She always walks to school. [shit-regel]

I don't always walk to school. 
She doesn't always walk to school.

Do I always walk to school?
Grammar box
Je gebruikt altijd het hele werkwoord, behalve bij he/she/it. Dan voegen we een -s toe achter het werkwoord (shit-regel).

He, she, it --> does (not)
Let op de -s van het ww vervalt in dit geval.

I, you, we... --> do (not)

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen
http://static.digischool.nl/en/grammatica/pressimp-vraag2.htm

Oefen 5 minuten met de onderstaande link:
http://www.talenwijzer.com/present-simple-oefenen.html

timer
5:00

Slide 10 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 11 - Tekstslide

Present Continuous
Als iets nu gebeurt. 

Look! He is biking.
I am teaching right now.
She is dancing at the moment.

Slide 12 - Tekstslide

Present Continuous
Hoe maak je de present continuous?

vorm van to be (am, is, are) + ww + -ing

Slide 13 - Tekstslide

1. John_________________ (read) a book now.
2. Jack and Peter _____________ (work) late today.
3. Maria ______________ (sit) next to Paul.
4. The phone ______________ (ring) now.

Slide 14 - Tekstslide

Present Continuous
Bij een vraagzin komt de vorm van to be vooraan in de zin:
I am teaching.     -     Am I teaching?


Bij een ontkenning komt 'not' achter de vorm van to be:
I am teaching.     -     I am not teaching.

Slide 15 - Tekstslide

1. John is reading a book now.
2. Jack and Peter are working late today.
3. Maria is sitting next to Paul.
4. The phone is ringing.
maak van elke zin een vraagzin en een ontkenning.
timer
5:00

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Oefenen
https://oefeningenengels.classy.be/PresentContinuous1.html

Oefen 5 minuten met de onderstaande links:
https://oefeningenengels.classy.be/PresentContinuous2.html

https://engelsklaslokaal.nl/oefenen-met-grammatica/oefenen-met-1-tijd/present-continuous/

timer
4:30

Slide 20 - Tekstslide

VRAGEN?

Slide 21 - Tekstslide

Present Simple vs. Present Continuous
Exercise 1; choose the correct tense and fill in.
1. ______________ (he/eat) rice every day? [tense:__________]
2. ______________ (work) at the moment? [tense:__________]
3.______________ (he/come) to London often? [tense:__________]
4. He __________ (play) tennis now. [tense:__________]
5. They _______ (go) to the restaurant every Friday. [tense:______]
6. He normally __________ (eat) dinner at home. [tense:__________]

Slide 22 - Tekstslide

Present Simple vs. Present Continuous
Exercise 2; choose the correct tense and fill in.
1. In Johannesburg most people speak/are speaking at least five languages.
2. Languages dissapear/are dissapearing very fast.
3. You can't see Tim now; he has/is having a bath.
4. Please keep quiet, I listen/am listening to the radio. You know I listen/am listening the news in the mornings.

Slide 23 - Tekstslide