Present Simple vs Present Continuous

Present Simple en Present Continuous
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Present Simple en Present Continuous

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Ik weet hoe je de Present Simple en Present Continuous maakt en wanneer je ze gebruikt.

Slide 2 - Tekstslide

 Present Simple
Present Simple = eenvoudige tegenwoordige tijd.

Werkwoord of werkwoord+(e)s.

My brother always walks to school.
I never eat meat.
Mirjam teaches English every week.

Slide 3 - Tekstslide

Present Continuous
Am/are/is + werkwoord-ing

I am teaching English right now.
She is washing her clothes.
Are you taking a picture of us?

Slide 4 - Tekstslide

Oefening
Volgende slide: vul de juiste vorm in van 'to watch'.

He usually (to watch) TV in the evening.

Slide 5 - Tekstslide

He usually ...... (to watch) TV in the evening.
A
is watching
B
watches
C
watch
D
watchs

Slide 6 - Quizvraag

She ...... (to watch) TV now.
A
is watching
B
watches
C
watch
D
watchs

Slide 7 - Quizvraag

Wanneer gebruik je de Present Simple?
Gebruik de Present Simple voor 
gewoontes - She always showers in the morning
feiten - The sun comes up in the east
tijdschema's - Our plane departs from gate H at 21:10 h.
uitspraken die algemeen waar zijn - When it rains, it pours.

Slide 8 - Tekstslide

Wanneer gebruik je de Present Continuous?
Gebruik de Present Continuous voor 
acties die nu plaatsvinden - I am teaching English right now.
toekomstige plannen - Are you seeing your gran this week?
tijdelijke situaties - It's taking longer than expected.
irritante gewoontes -He's always nagging at me.

Slide 9 - Tekstslide

She (to see) our grandparents this evening.
A
is seeing
B
sees
C
saw
D
was seeing

Slide 10 - Quizvraag

Welke zin staat in de Present Simple?
A
He always drinks coffee in the morning.
B
I am watching a movie right now.
C
We are studying for the exam tomorrow.
D
She is cooking dinner for the family.

Slide 11 - Quizvraag

Which sentence is in the Present Continuous tense?
A
He is watching TV at home.
B
I eat dinner at my dad's on Wednesdays.
C
They play soccer in the park.
D
She walks to school every morning.

Slide 12 - Quizvraag

Which sentence is in the Present Simple tense?
A
I am eating dinner right now.
B
He is watching TV at home.
C
They are playing soccer in the park.
D
She walks to school every morning.

Slide 13 - Quizvraag

We (usually / go) to the beach in the summer.
A
usually go
B
usually going
C
are usually going
D
usually went

Slide 14 - Quizvraag

They (not study) for the exam right now.
A
not study
B
are not studied
C
are not studying
D
are not study

Slide 15 - Quizvraag

She (watch) TV every evening.
A
is watching
B
watch
C
watched
D
watches

Slide 16 - Quizvraag

I never (play) tennis on Sundays.
A
playing
B
played
C
play
D
plays

Slide 17 - Quizvraag

Ik begrijp het verschil tussen de present simple en de present continuous.
010

Slide 18 - Poll

Ik weet precies wanneer ik de present simple moet gebruiken.
Yup!
Nou, nee, maar ik weet het wel ongeveer.
Ik moet nog wat oefenen, maar dan lukt het wel.
Ik vind het nog heel lastig, hoor!
Ik snap er echt helemaal niks van.

Slide 19 - Poll

Ik weet precies wanneer ik de present continuous moet gebruiken.
Ja, hoor. Prima
Bijna. Beetje leren, nog.
Ehh.....ik moet erop studeren, dan lukt het wel.
Ik vind het vreselijk lastig, maar ik kom er wel uit.
Ik heb extra uitleg nodig.Help!

Slide 20 - Poll