Paragraaf 3.4 - Zo werken verkiezingen

Bij welke politieke stroming hoort deze persoon?
A
Liberalen
B
Rooms-Katholieken
C
Aanhangers van de koning
D
Socialisten
1 / 33
volgende
Slide 1: Quizvraag
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Bij welke politieke stroming hoort deze persoon?
A
Liberalen
B
Rooms-Katholieken
C
Aanhangers van de koning
D
Socialisten

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilden de Socialisten?
A
Zo min mogelijk bemoeienis van de overheid
B
Meer invloed van de kerk
C
Algemeen Kiesrecht
D
Meer invloed van de koning

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat wilden feministen?
A
Koninkrijk met een grondwet
B
Dezelfde rechten voor vrouwen als voor mannen
C
Vakbonden voor arbeiders
D
Algemeen kiesrecht voor mannen

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze groep wil invoering van sociale wetten
A
Liberalen
B
gelovigen
C
Feministen
D
arbeiders

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Sociale wetten

A
Wetten die de leef- en werkomstandigheden van arbeiders verbeteren.
B
Wetten die er voor zorgen dat arbeiders beter samenwerken.
C
Wetten die zorgen dat fabriekseigenaren meer rechten krijgen.
D
Wetten die de relatie tussen overheid en arbeiders vastleggen.

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze groep wil dat alleen rijke burgers stemmen
A
socialisten
B
Liberalen
C
confessionelen
D
Feministen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Deze groep wil algemeen kiesrecht
A
Socialisten
B
Liberalen
C
feministen
D
Confessionelen

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wie is dit?
A
Aletta Jacobs
B
Koningin Wilhelmina
C
Wilhelmina Drucker
D
Koningin Juliana

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Liberalen vinden ................... het allerbelangrijkste:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
veiligheid
D
rijkdom

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Laatste vraag; Socialisten vinden ................... het allerbelangrijkste:
A
gelijkheid
B
vrijheid
C
veiligheid
D
vrije tijd

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3.4 Zo werken verkiezingen
Tekstboek bladzijdes 60 t/m 62

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag van de paragraaf 
Waarvoor stemmen we? 

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Verkiezingen
  • Een keer in de 4 jaar zijn er verkiezingen
  • Nederland is een democratie dus volk kiest vertegenwoordigers.
  • De vertegenwoordigers nemen namens het volk beslissingen in de Eerste en Tweede Kamer 
  • De Eerste Kamer wordt niet direct gekozen ( 75 zetels) 
  • De Tweede Kamer wordt wel direct gekozen ( 150 zetels)

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eerstvolgende verkiezingen 
17 maart 2021 Tweede Kamer 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer mag je stemmen?
18 jaar of ouder
Nederlands paspoort 

Geslacht of inkomen maken tegenwoordig niet meer uit --> sinds 1919 niet meer 

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Politieke stromingen/ partijen

Bij verkiezingen stem je op een politieke partij: Liberalen: VVD-D66
Confessionelen: CDA-CU-SGP
Socialisten: SP-PvdA-GL
One-issue of populitische partijen: PVV- 50Plus enz

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volk
Tweede Kamer

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volk
Tweede Kamer
Zij controleren de regering
Doen wetsvoorstellen
150 leden

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volk
Provinciale Staten
Tweede Kamer
Zij controleren het provinciebestuur

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volk
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volksvertegenwoordigers
Volk
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Parlement

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volk
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Keuren wetsvoorstellen 2e kamer goed
75 leden

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volksvertegenwoordigers
Bestuurders
Volk
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Parlement
Koning
Ministers
Staatssecretarissen

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volksvertegenwoordigers
Bestuurders
Volk
Provinciale Staten
Eerste Kamer
Tweede Kamer
Parlement
Koning
Ministers
Staatssecretarissen
Regering
Kabinet

Slide 27 - Tekstslide

hjfghjh
Meerderheid
2e kamer: 150 leden
Meerderheid is dus de helft + 1 => 75+1

Het is nog nooit 1 partij gelukt de meerderheid te hebben. 
Partijen moeten dus samenwerken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Meerderheid
Heb je de meerderheid, dan kan je regeren.
Zij leveren:
  • Minister President
  • Ministers
  • Staatssecretarissen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wet maken
  • Het kabinet of een Tweede Kamer lid doet een wetsvoorstel
  • Vergadering en stemming in Tweede Kamer
  • Meerderheid voorstander: dan naar de Eerste Kamer
  • Vergadering en stemming in Eerste Kamer
  • Meerderheid voorstander: dan wordt het een wet

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vraag van de paragraaf 
Waarvoor stemmen we? 

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk 
Lezen paragraaf 3.4 Zo werken verkiezingen bladzijdes 60 t/m 62 tekstboek
Maken van paragraaf 3.4 in je digitale Memo vraag 3 t/m 8 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies