TaalCompleet thema 3 (A1)
1 / 31
Lesduur is: 45 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
A
de flat
B
het huis
Slide 2 - Quizvraag
A
de tuin
B
het balkon
Slide 3 - Quizvraag
A
het balkon
B
de deur
Slide 4 - Quizvraag
A
de douche
B
het bad
Slide 5 - Quizvraag
A
de bedkamer
B
de slaapkamer
Slide 6 - Quizvraag
A
de stoel
B
de bank
Slide 7 - Quizvraag
Dit is het _________
Slide 8 - Open vraag
Dit is de _________
Slide 9 - Open vraag
Dit is de _________
Slide 10 - Open vraag
Dit is de _________
Slide 11 - Open vraag
Dit is de _________
Slide 12 - Open vraag
Dit is de _________
Slide 13 - Open vraag
Welke kleur is dit?
Slide 14 - Open vraag
Welke kleur is dit?
Slide 15 - Open vraag
Welke kleur is dit?
Slide 16 - Open vraag
Welke kleur is dit?
Slide 17 - Open vraag
Welke kleur is dit?
Slide 18 - Open vraag
Welke kleur is dit?
Slide 19 - Open vraag
zes --> 6e?
Slide 20 - Open vraag
een (1)--> 1ste
Slide 21 - Open vraag
drie (3)--> 3de
Slide 22 - Open vraag
acht(8)--> 8ste
Slide 23 - Open vraag
Hij ______ welkom!
A
zeg
B
zegt
C
zeggen
Slide 24 - Quizvraag
U _____ het woord.
A
spel
B
spelt
C
spellen
Slide 25 - Quizvraag
Schrijf de goede vorm van kiezen:
Rihana _____ een groene bank.
Rihana _____ een groene bank.
Slide 26 - Open vraag
Schrijf de goede vorm van schrijven:
Henk _____ op papier.
Henk _____ op papier.
Slide 27 - Open vraag
Schrijf de goede vorm van hebben:
______ je een nieuwe fiets?
______ je een nieuwe fiets?
Slide 28 - Open vraag
Schrijf de goede vorm van zijn:
De opdrachten ____ een beetje moeilijk.
De opdrachten ____ een beetje moeilijk.
Slide 29 - Open vraag
Typ de goede vorm van zeggen:
Wat _____ je?
Wat _____ je?
Slide 30 - Open vraag
moeilijk of makkelijk??
😒🙁😐🙂😃
