T5 B5 V

B5 Gedrag
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 130 t/m 133
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt kort uitleggen wat gedrag is.
  • Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald
  • Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

B5 Gedrag
  • Zitten volgens de plattegrond
  • Spullen op tafel
       Boek, werkboek, schrift
  • Tas van tafel
  • Lees blz. 130 t/m 133
timer
3:00
Kennen/Kunnen
  • Je kunt kort uitleggen wat gedrag is.
  • Je kunt uitleggen waardoor gedrag wordt bepaald
  • Je kunt het verschil benoemen tussen observatie en interpretatie van gedrag

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhalen
  • Wat is gedrag?
  • Kijken naar gedrag
  • Tijd voor hw
  • Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerkrad
Sluit je vast aan bij de les
Getallen
Straf

Slide 3 - Tekstslide

Impulsen gaan door uitlopers van zenuwcellen. In welke richting gaan deze impulsen?
A
Rode pijl
B
Blauwe pijl
C
Beide pijlen
D
Geen van beide

Slide 4 - Quizvraag

Als je weet dat het cellichaam van een zenuwcel buiten het centrale zenuwstelsel ligt, welk type is het dan?
A
Gevoelszenuwcel
B
Schakelcel
C
Bewegingszenuwcel
D
Kijkcel

Slide 5 - Quizvraag

Hoe lang kan een uitloper van een zenuwcel ongeveer zijn?

Slide 6 - Open vraag

Wat is de naam van een signaal dat door zenuwen wordt verstuurd?
Een ......

Slide 7 - Open vraag

1
2
3
4
Geluidsprikkels komen aan bij de oren
Zintuigcellen in het oor veranderen prikkels in impulsen
Impulsen gaan door zenuwen naar de hersenen
De persoon is bewust van het geluid

Slide 8 - Sleepvraag

Wat is gedrag?
  • = Alle handelingen die een organisme uitvoert.
  • Vaak reactie op prikkel(s) = respons
  • Vaste volgorde van handelingen = gedragsketen

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeelden
  • Ogen zien snoep = uitwendige prikkel
  • Dropje pakken en opeten = respons

  • Kat ziet veertjes aan bewegende stok = uitwendige prikkel
  • Probeert veertjes te pakken = respons

  • Vogel voelt drang om voort te planten = inwendige prikkel
  • Vogel zingt = respons

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het nut van gedrag?

Slide 11 - Woordweb

Waarom gedrag?
  • Overleven
- Voedsel zoeken
- Gevaar ontwijken
  • Voortplanting
- paringsgedrag
  • Contact met soortgenoten
- Rangorde bepalen
- Samenwerken

Slide 12 - Tekstslide

Motivatie en gedrag:
Wat zorgt ervoor dat je wel/niet een glas water drinkt?

Slide 13 - Open vraag

Motivatie en gedrag:
Waarom hebben sommige mensen een opgruimder huis dan anderen?

Slide 14 - Open vraag

Aangeboren
Aangeleerd
Melk drinken bij de moeder
Schrijven
Ademen
Gamen
Lopen (veulen)
Lopen (mens)
Huilen bij honger (baby)
Lachen
Zingen (vogels)
Zingen (mensen)

Slide 15 - Sleepvraag

Sociaal gedrag
  • Gedrag dat een reactie is op gedrag van een soortgenoot
  • Signaal = het gedrag dat de respons veroorzaakt
           - Leerling steekt hand op = signaal
           - Leraar spreekt leerling aan = respons 

  • Signalen mensen: Lichaamshouding, gebaren, taal
  • Signalen dieren: kleuren, geluiden, geuren

Slide 16 - Tekstslide

Gedrag bekijken
  • Bekijken en zien van gedrag = observeren
  • Begrijpen/ beketenis zoeken van gedrag = interpreteren
  • Gedrag bestuderen
       - Ethogram maken
       - Protocol maken
       - Conclusie trekken
       - Verder bestuderen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 130 t/m 133
  • Maken Opdr. 1 t/m 10  blz. 133-137

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zs = Werken in stilte
  • Geen vinger opsteken
  • Aan het werk
  • Stil en stoor niemand
  • Blijf op je plek
timer
6:00

Slide 20 - Tekstslide

Ga aan de slag met:
  • Lezen blz. 130 t/m 133
  • Maken Opdr. 1 t/m 10 blz. 133-137

Klaar met het bovenstaande?
  • Verder werken/lezen
  • Samenvatten
  • Ander huiswerk
  • Boek lezen
Zf = Werken met fluisteren
  • Geen vinger opsteken
  • De docent komt langs
  • Aan het werk
  • Fluister alleen met de persoon naast je
  • Blijf op je plek

Slide 21 - Tekstslide

Opruimdienst
Vandaag zijn dit
  • Alle tafels recht
  • Stoelen aangeschoven
  • Grond vrij van afval
  • Tafels leeg

Slide 22 - Tekstslide