laatste les voor de toets

Welkom
jassen aan de kapstok of in je kluisje.

geen mobiele telefoons.
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom
jassen aan de kapstok of in je kluisje.

geen mobiele telefoons.

Slide 1 - Tekstslide

zijn er nog vragen?

Slide 2 - Tekstslide

zijn er nog vragen?
heb je geen vragen en ben je al helemaal klaar voor de toets?

zelfstandig lezen in je leesboek voor Nederlands of zelfstandig aan de slag met een ander vak. 

Ik wil geen spelletjes en geen telefoons zien!

Slide 3 - Tekstslide

leerdoelen 4.1
4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.
4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.
4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.
4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden

Slide 4 - Tekstslide

4.1.1 Je kunt uitleggen wat het verschil is tussen een mengsel en een zuivere stof.

Slide 5 - Tekstslide

4.1.2 Je kunt met voorbeelden toelichten hoe je stoffen van elkaar kunt scheiden.

                                                                  indampen

Slide 6 - Tekstslide

4.1.3 Je kunt beschrijven wat er met de moleculen gebeurt als je een stof zuivert.

Slide 7 - Tekstslide

4.1.4 Je kunt vijf stofeigenschappen benoemen en stoffen daarmee van elkaar onderscheiden
geur, kleur, smaak.

smeltpunt, kookpunt en dichtheid ==> in de binas

metalen ==> geleiden warmte en elektriciteit goed.
roesten (corrosie)

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen 4.2
4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur.
4.2.2 Je kunt het smeltpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.3 Je kunt beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.
4.2.4 Je kunt het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.
4.2.5 Uitleggen waarom je bij het kookpunt de luchtdruk moet vermelden.

Slide 9 - Tekstslide

4.2.1 Je kunt stoffen van elkaar onderscheiden op basis van hun fase bij kamertemperatuur.
Binas tabel 16

Slide 10 - Tekstslide

4.2.2 Je kunt het smeltpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 11 - Tekstslide

4.2.3 Je kunt beschrijven wat er in een vloeistof gebeurt als de stof aan het koken is.

Slide 12 - Tekstslide

4.2.4 Je kunt het kookpunt van een stof aflezen uit een temperatuur-tijddiagram.

Slide 13 - Tekstslide

4.2.5 Uitleggen waarom je bij het kookpunt de luchtdruk moet vermelden.

Slide 14 - Tekstslide

leerdoelen 4.3
4.3.1 Je kunt zeven gevaren beschrijven die stoffen voor mensen kunnen opleveren.
4.3.2 Je kunt de informatie toelichten die je op etiketten en veiligheidskaarten tegenkomt.
4.3.3 Je kunt de betekenis uitleggen van de pictogrammen op etiketten van gevaarlijke stoffen.
4.3.4 Je kunt de regels noemen die gelden als je met gevaarlijke stoffen werkt.
4.3.5 Je kunt uitleggen hoe je voorkomt dat schadelijke stoffen in het milieu terechtkomen.

Slide 15 - Tekstslide

4.3.1 Je kunt zeven gevaren beschrijven die stoffen voor mensen kunnen opleveren.

Slide 16 - Tekstslide

4.3.2 Je kunt de informatie toelichten die je op etiketten en veiligheidskaarten tegenkomt.
H - zinnen




P - zinnen
Hazard (gevaar)
bijvoorbeeld
ontploffingsgevaar
precaution (voorzorgsmaatregel)
bijvoorbeeld:
buiten bereik van kinderen houden.
Etiket

Slide 17 - Tekstslide

4.3.3 Je kunt de betekenis uitleggen van de pictogrammen op etiketten van gevaarlijke stoffen.
Binas tabel 31

Slide 18 - Tekstslide

4.3.4 Je kunt de regels noemen die gelden als je met gevaarlijke stoffen werkt.


Let op veiligheid maar vooral logisch nadenken!

Slide 19 - Tekstslide

4.3.5 Je kunt uitleggen hoe je voorkomt dat schadelijke stoffen in het milieu
KCA (klein chemisch afval)

Slide 20 - Tekstslide

leerdoelen 4.4
4.4.1 Je kunt een aantal chemische reacties herkennen die veel in het dagelijks leven voorkomen.
4.4.2 Je kunt toelichten dat bij een chemische reactie zowel stoffen verdwijnen als stoffen ontstaan.
4.4.3 Je kunt aan de hand van een reactieschema uitleggen wat er gebeurt bij een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie.
4.4.4 Je kunt uitleggen wat er nodig is om een verbrandingsreactie op gang te brengen.
4.4.5 Je kunt beschrijven hoe corrosie verloopt bij ijzer en andere metalen.

Slide 21 - Tekstslide

4.4.1 Je kunt een aantal chemische reacties herkennen die veel in het dagelijks leven voorkomen.

Slide 22 - Tekstslide

4.4.2 Je kunt toelichten dat bij een chemische reactie zowel stoffen verdwijnen als stoffen ontstaan.

Slide 23 - Tekstslide

4.4.3 Je kunt aan de hand van een reactieschema uitleggen wat er gebeurt bij een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie.

Slide 24 - Tekstslide

4.4.3 Je kunt aan de hand van een reactieschema uitleggen wat er gebeurt bij een ontledingsreactie en een verbrandingsreactie.

Slide 25 - Tekstslide

4.4.4 Je kunt uitleggen wat er nodig is om een verbrandingsreactie op gang te brengen.

Slide 26 - Tekstslide

hoe moet je antwoord geven?
ja/nee + uitleg
wel/niet + uitleg

een verschil of overeenkomst


Slide 27 - Tekstslide