Chemisch rekenen: Molariteit

• Scheikunde
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Chemisch rekenen:

Concentatie en Molariteit

- Pak je rekenmachine

- Maak aantekeningen

Doelen voor vandaag

- Je weet wat de concentratie is. 

- Je kan rekenen aan de molariteit. 

In een volle pot thee doet Harm 6 suikerklontjes en hij roert goed. Hij verdeelt de pot thee over 6 kopjes.

Wat kun je zeggen over de HOEVEELHEID suiker in elk kopje?

1. De hoeveelheid suiker is in 1 kopje MINDER dan in de pot thee.
2. De hoeveelheid suiker is in 1 kopje HETZELFDE als in de pot thee.
3. De hoeveelheid suiker is in 1 kopje MEER dan in de pot thee.

In een volle pot thee doet Harm 6 suikerklontjes en hij roert goed. Hij verdeelt de pot thee over 6 kopjes

Wat kun je zeggen over de CONCENTRATIE suiker in elk kopje?

1. De concentratie suiker is in 1 kopje LAGER dan in de pot thee.
2. De concentratie suiker is in 1 kopje HETZELFDE als in de pot thee.
3. De concentratie suiker is in 1 kopje HOGER dan in de pot thee.

Concentratie/ molariteit

• Concentratie is de hoeveelheid opgeloste stof (meestal gram) per volume eenheid (meestal Liter) van de oplossing.
• (let op: volume van de oplossing, niet de opgeloste stof)

• Molariteit is de concentratie in mol per Liter
• (let op: volume van de oplossing, niet de opgeloste stof)

Concentratie/ molariteit

• Concentratie en Molariteit zeggen dus allebei iets over hoeveel stof er per volume (per Liter dus) is opgelost.

• Concentratie zegt hoeveel gram er is opgelost. (in g/L)
• Molariteit zegt hoeveel mol er is opgelost. (in mol/L)

• In de scheikunde wordt de molariteit veel meer gebruikt.

Concentratie/ molariteit

• Notatie Molariteit: je noteert molariteit als rechte haken om de formule van het opgeloste deeltje.

• Voorbeelden:
• [O₂] = molariteit van opgeloste zuurstof
• [C₆H₁₂O₆] = molariteit van opgeloste glucose
• [Na⁺] = molariteit van de opgeloste natrium-ionen in bijvoorbeeld een NaCl oplossing, maar gebruik NOOIT [NaCl]

Concentratie/ molariteit

De eenheid van molariteit kun je op verschillende manieren noteren:

•  mol / L  (spreek uit: mol per Liter) (ook wel                                )
•  M (spreek uit: molair)

• Molair en mol per liter zijn dus hetzelfde!
• Voorbeelden:
• [NH₃] = 0,15 M                      De molariteit van de ammonia is 0,15 mol/L
• [Na⁺] = 1,20 mol / L             Er is per liter 1,20 mol natriumionen opgelost
  

mol⋅L​−1​​

Met de formule :  [x] = n / V

n = aantal mol

V = volume (in liter)

Met een kruistabel, door het aantal mol per 1 Liter te berekenen...

Je lost 1,42 mol glucose op in 3,50 liter water. Bereken de molaiteit van de oplossing.

1. 0,4 M
2. 2,5 M
3. 0,406 M
4. 2,46 M

Bereken hoeveel mol glucose overeenkomt met 9,42 gram glucose.

Je lost dus 0,0522868 mol glucose op in 2,5 liter water. Bereken de molatiteit van de oplossing. Let wel op significantie, even zonder eenheid

Nog even oefenen

We gaan oefenen met een paar opgaven.

We lossen 2,5 mol glucose op in 300 mL water. Wat is de molariteit van glucose?

1. 0,75 M
2. 0,083M
3. 8,3 M
4. 750 M

We lossen 50 g glucose (C6H12O6) op in 800 mL water.
Bereken de molariteit van de oplossing.

1. 0,22 M
2. 0,35 M
3. 62,5 M
4. 0,28 M

Andersom:
We hebben 100 mL 0,2 M ammonia, hoeveel mol ammonia zit daarin?

We hebben 0,50 L 0,20M oplossing
Bereken hoeveel gram in deze oplossing zit.
Let op significantie en eenheid.

BaCl​2​​

BaCl​2​​

Ik los 6,0 mol calciumchloride op in 3,0 liter water.

Geef de oplosvergelijking voor het oplossen van CaCl₂.

Bereken de molariteit van de calciumchlorideoplossing.

Bereken [Ca²⁺].

Bereken [Cl^-].

Laatste (heel belangrijke) dingetje:

Maak 22 t/m 31 uit je boek
Aan welke onderwerpen moet ik komende tijd nog aandacht besteden?