Les 3 skelet termen oefenen
1 / 23
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
zeefbeen
A
Os ethmoidale
B
os sphenoidale
C
os occipitale
D
os temporale
Slide 2 - Quizvraag
sinus frontalis
A
bovenkaakholte
B
onderkaakholte
C
neusholte
D
voorhoofdsholte
Slide 3 - Quizvraag
De atlas en draaier behoren bij de
A
halswervels
B
borstwervels
C
lendewervels
D
heiligbeen
Slide 4 - Quizvraag
staartbeen
A
Vertebrae thoracicae
B
vertebrae coccygae
C
vertebrae lumbales
D
vertebrae sacrales
Slide 5 - Quizvraag
Beenderen van het hoofd
A
neurocranium en cranium cerebrale
B
Cranium visceralia
C
Neurocranium en cranium viscerale
D
Cranium cerebralia en cranium visceralia
Slide 6 - Quizvraag
gehemeltebeenderen
A
Ossa Palatina
B
Ossa nasalia
C
Ossa zygomatica
D
Ossa lacrimalia
Slide 7 - Quizvraag
hals wervels
A
Vertebrae thoracicae
B
vertebrae cervicales
C
vertebrae lumbales
D
vertebrae sacrales
Slide 8 - Quizvraag
Wiggebeen
A
os ethmoidale
B
os sphenoidale
C
os occipitale
D
os temporale
Slide 9 - Quizvraag
De verbinding tussen de atlas en de axis is een
A
scharniergewricht
B
draaigewricht
C
zadelgewricht
D
eigewricht
Slide 10 - Quizvraag
lendewervels
A
Vertebrae thoracicae
B
vertebrae cervicales
C
vertebrae lumbales
D
vertebrae sacrales
Slide 11 - Quizvraag
cranium viscerale
A
jukbeen
B
aangezichtschedel
C
hersenschedel
D
schedel
Slide 12 - Quizvraag
traanbeentjes
A
Ossa lacrimalia
B
Ossa zygomatica
C
Ossa nasalia
D
Ossa palatina
Slide 13 - Quizvraag
Een lordose is:
A
een zijwaartse kromming in de wervelkolom
B
een holling in de wervelkolom
C
een bolling in de wervelkolom
D
een afwijking in de wervelkolom
Slide 14 - Quizvraag
pars petrosa
A
Wiggebeen
B
Schelp
C
ooropening
D
rotsbeen
Slide 15 - Quizvraag
maxilla
A
bovenkaak
B
onderkaak
Slide 16 - Quizvraag
heiligbeenwervels
A
Vertebrae thoracicae
B
vertebrae cervicales
C
vertebrae lumbales
D
vertebrae sacrales
Slide 17 - Quizvraag
sinussen
A
kaakholten
B
voorhoofdsholten
C
neusbijholten
D
neusholten
Slide 18 - Quizvraag
wervelgat
A
medulla spinales
B
nervus
C
foramen
D
foramen vertebrale
Slide 19 - Quizvraag
kyfose =
A
kromming met bolle kant naar voren
B
kromming met bolle kant naar achteren
C
zijwaartse kromming
Slide 20 - Quizvraag
neusbeentjes
A
ossa zygomatica
B
ossa lacrimalia
C
ossa palatina
D
ossa nasalia
Slide 21 - Quizvraag
jukbeenderen
A
ossa palatina
B
ossa nasalia
C
ossa zygomatica
D
ossa lacrimalia
Slide 22 - Quizvraag
Borst wervels
A
Vertebrae thoracicae
B
vertebrae cervicales
C
vertebrae lumbales
D
vertebrae sacrales
