De Omtrek van Roosterfiguren

Hoe haat het met jullie?
1 / 25
volgende
Slide 1: Woordweb
WiskundeMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoe haat het met jullie?

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat we geleerd vorige les?

Slide 2 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies


Neem boeken, penen, laptops, rekenmachine.  

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Agenda vandaag: 
Onderwerp voor 1F:    Diagnostische toets Delen
Onderwerp voor 2Fa: Diagnostische toets Verhoudingstabellen.
Onderwerp voor 2Fb: De Omtrek van Roosterfiguren.
Onderwerp voor 3F:    Diagnostische toets Verhoudingstabel en procenten

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je de omtrek van roosterfiguren berekenen en toepassen.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over de omtrek van roosterfiguren?

Slide 6 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat is omtrek?
De omtrek is de totale lengte van de rand van een figuur.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke eenheid wordt meestal gebruikt om de omtrek te meten?
A
Millimeter
B
Kilometer
C
Meter
D
Centimeter

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe wordt de omtrek van een figuur berekend?
A
Door de lengte en breedte van de figuur te vermenigvuldigen.
B
Door de oppervlakte van de figuur te delen door de hoogte.
C
Door de diagonaal van de figuur te meten.
D
Door alle zijden van de figuur op te tellen.

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is omtrek?
A
De hoogte van een figuur.
B
De diagonaal van een figuur.
C
De totale lengte van de rand van een figuur.
D
De oppervlakte van een figuur.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Roosterfiguren
Roosterfiguren zijn figuren die bestaan uit vierkantjes op een rooster.

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de vorm van de vierkantjes in een Roosterfiguur?
A
Cirkels
B
Vierkantjes
C
Driehoeken
D
Rechthoeken

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel zijden heeft een Roosterfiguur?
A
3
B
5
C
2
D
4

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn Roosterfiguren?
A
Figuren die bestaan uit rechthoeken op een rooster
B
Figuren die bestaan uit cirkels op een rooster
C
Figuren die bestaan uit vierkantjes op een rooster
D
Figuren die bestaan uit driehoeken op een rooster

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek van een Vierkant
De omtrek van een vierkant bereken je door alle zijden bij elkaar op te tellen.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek van een Rechthoek
De omtrek van een rechthoek bereken je door de lengte en breedte bij elkaar op te tellen en vervolgens te vermenigvuldigen met 2.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Interactieve Oefening
Bereken de omtrek van de gegeven rechthoek: lengte = 6 cm, breedte = 4 cm.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Omtrek van andere Roosterfiguren
Bij roosterfiguren met onregelmatige vormen, tel je de lengtes van alle zijden bij elkaar op.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van een rechthoek met lengte 6 cm en breedte 4 cm?
A
20 cm
B
16 cm
C
10 cm
D
12 cm

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van een driehoek met zijden van 3 cm, 4 cm en 5 cm?
A
15 cm
B
18 cm
C
9 cm
D
12 cm

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de omtrek van een vierkant met zijden van 5 cm?
A
15 cm
B
10 cm
C
20 cm
D
25 cm

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Toepassingen
De omtrek van roosterfiguren is belangrijk bij bouwkunde, kaartlezen en het maken van patronen.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 24 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 25 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.