In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
3. Toonhoogte en Frequentie
deel 1
Slide 1 - Tekstslide
Samenvatting Geluid maken en horen
Slide 2 - Tekstslide
Toonhoogte
Slide 3 - Tekstslide
Toonhoogte
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Toonhoogte verhogen/verlagen
Slide 6 - Tekstslide
Toonhoogte verhogen/verlagen
Slide 7 - Tekstslide
Trillingen
Slide 8 - Tekstslide
Trillingen
Slide 9 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 10 - Tekstslide
Opdracht 1
Slide 11 - Tekstslide
Hoeveel trillingen zien we hier?
Slide 12 - Open vraag
Frequentie
Slide 13 - Tekstslide
Frequentie
Slide 14 - Tekstslide
Frequentie
2
1
3
Slide 15 - Tekstslide
Frequentie
2
1
3
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Video
1
2
3
Frequentiebereik dieren
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Trillingstijd en frequentie
Geeft een hoge frequentie nu juist een lange of een korte trillingstijd?
1
2
Slide 20 - Tekstslide
Trillingstijd en frequentie
Slide 21 - Tekstslide
Voorbeeld trillingstijd en frequentie
Slide 22 - Tekstslide
Samenvatting deel 1a
Slide 23 - Tekstslide
Samenvatting deel 1b
Slide 24 - Tekstslide
Samenvatting deel 1c
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Verwerkingsvragen
Dit is Huiswerk
In SOM vind je wanneer je dit precies moet af hebben
Slide 27 - Tekstslide
Voordat je begint
Kijk het huiswerk van de vorige keer na, leer van je fouten en stel mij vragen als je het niet begrijpt
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Open vraag
Slide 30 - Open vraag
Opgave 2 Dennis sluit een toongenerator aan op een oscilloscoop. Zo kan hij drie verschillende tonen, A, B en C, zichtbaar maken. Hieronder is afgebeeld wat Dennis achtereenvolgens op het scherm ziet. a. Hoeveel trillingen zijn aanwezig bij A, B & C? b. Zet de trillingen in volgorde van lage naar hoge frequentie.
Slide 31 - Open vraag
Opgave 3 Neem de tabel over en maak hem af
Slide 32 - Open vraag
Opgave 4 Vul in: als: f = 50 Hz, dan: T= ........ s
Slide 33 - Open vraag
Opgave 5 Vul in: als: f = 440 Hz, dan: T= ........ ms
Opgave 8 De C-snaar van een gitaar hoort een frequentie van 261 Hz te hebben. a. Wat betekent een frequentie van 261 Hz? b. Bereken de trillingstijd van deze snaar. c. Wat moet je doen als de toon van de C-snaar te hoog is en je wilt hem stemmen?