Oefenen met de voltooide tijd 2

Oefenen met het voltooid deelwoord 
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2MBOStudiejaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenen met het voltooid deelwoord 

Slide 1 - Tekstslide

Kies het goede 
voltooid  deelwoord.

Slide 2 - Tekstslide


Ik ben naar de markt ........ (gaan)
A
ging
B
gegaan
C
gegaand

Slide 3 - Quizvraag


Vorige week heeft het niet .......... (regen)
A
geregent
B
regenend
C
geregend

Slide 4 - Quizvraag


Het meisje heeft op school ........... (wachten)
A
gewacht
B
gewachd
C
gewachten

Slide 5 - Quizvraag


De jongen heeft een boek ............. (lenen)
A
lenend
B
geleend
C
geleent

Slide 6 - Quizvraag


Gisteren heb ik mijn abonnement .......... (opzeggen)
A
opgezegd
B
geopzegd
C
opgezegt

Slide 7 - Quizvraag


Het boek is .......... (scheuren)
A
gescheurt
B
gescheurd
C
scheurde

Slide 8 - Quizvraag


Ik heb lekker eten .......... (eten)
A
gegeet
B
gegetend
C
gegeten

Slide 9 - Quizvraag


Hij heeft de pen .......... (pakken)
A
gepakd
B
gepakt
C
pakten

Slide 10 - Quizvraag

Goed of fout?

Slide 11 - Tekstslide

Het meisje en de jongen heeft samen gedanst
A
goed
B
fout

Slide 12 - Quizvraag

Ik hebt de vuilniszak buiten gezet
A
goed
B
fout

Slide 13 - Quizvraag

De politie heeft de inbreker gevangen
A
goed
B
fout

Slide 14 - Quizvraag

De kinderen is op school
A
goed
B
fout

Slide 15 - Quizvraag

De aap heeft een banaan gegeet
A
goed
B
fout

Slide 16 - Quizvraag

Maak het voltooid deelwoord.

Slide 17 - Tekstslide

Vul het goede voltooid deelwoord in.

Gisteren ben ik naar school ...................... (wandelen)

Slide 18 - Open vraag

Vul het goede voltooid deelwoord in.

Ik heb de trein .................... (missen)

Slide 19 - Open vraag

Vul het goede voltooid deelwoord in.

Het meisje is van de trap ...................... (vallen)

Slide 20 - Open vraag

Vul het goede voltooid deelwoord in.
De baby heeft hard ...................... (huilen)

Slide 21 - Open vraag

Vul het goede voltooid deelwoord in.
In januari heeft het ............... (sneeuwen)

Slide 22 - Open vraag

Kies en maak een voltooid deelwoord dat past in de zin.

Slide 23 - Tekstslide

Kies een voltooid deelwoord
Hasan en Jan hebben in het restaurant .......

Slide 24 - Open vraag

Kies een voltooid deelwoord
Ik heb vanochtend eerst koffie .............

Slide 25 - Open vraag

Kies een voltooid deelwoord
Ik heb mijn haren ...............

Slide 26 - Open vraag

Kies een voltooid deelwoord
Hij heeft naar televisie ...............

Slide 27 - Open vraag