Voegwoorden/Hoofdzin/Bijzin 03-09-2024

Voegwoorden/Hoofdzinnen en bijzinnen
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
TaalBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Voegwoorden/Hoofdzinnen en bijzinnen

Slide 1 - Tekstslide

Ik heb de klant geholpen, ondanks dat ik pauze had
A
Heb
B
Ondanks
C
Toch
D
Had

Slide 2 - Quizvraag

Wanneer ik Femke zie, zal ik het haar vragen.
A
Zal
B
Wanneer
C
Vragen
D
Zie

Slide 3 - Quizvraag

Het feest kon niet doorgaan, doordat Lena ziek was geworden.
A
Doorgaan
B
Kon
C
Was
D
Doordat

Slide 4 - Quizvraag

Zodra ik thuis ben, zal ik hem bellen.
A
Zal
B
Ben
C
Zodra
D
Thuis

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Tekstslide

Hij eet een boterham, voordat hij naar school gaat.

Slide 7 - Open vraag

De knie bloedde, totdat er een pleister op werd geplakt.

Slide 8 - Open vraag

Ik moet nu echt naar huis, want anders kom ik te laat.

Slide 9 - Open vraag

Ik help jou, als jij mij morgen helpt.

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

Wat is de HOOFDZIN?
Hoewel ik pauze had, heb ik de klant toch geholpen.
A
Hoewel ik pauze had
B
Heb ik de klant toch geholpen
C
Hoewel
D
Heb

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de HOOFDZIN?
Wanneer ik Femke zie, zal ik het haar vragen.
A
Wanneer ik Femke zie
B
Zal ik het haar vragen
C
Wanneer
D
Zal

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de HOOFDZIN?
Zodra ik thuis ben, zal ik hem bellen.
A
Zodra
B
Zal
C
Zodra ik thuis ben
D
Zal ik hem bellen

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de HOOFDZIN?
Het feest kon niet doorgaan, doordat Lena ziek was geworden.
A
Doordat
B
Geworden
C
Doordat Lena ziek was geworden
D
Het feest kon niet doorgaan

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de BIJZIN?
Voordat hij naar school gaat, eet hij een boterham.

A
Voordat
B
Voordat hij naar school gaat
C
Eet
D
Eet hij een boterham

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de BIJZIN?
De knie bloedde, totdat er een pleister op werd geplakt.

A
De knie bloedde
B
Totdat er een pleister op werd geplakt
C
Totdat
D
Geplakt

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de BIJZIN?
Ik moet nu echt naar huis, want anders kom ik te laat.

A
Ik moet nu echt naar huis
B
Moet
C
Want
D
Want anders kom ik te laat

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de BIJZIN?
Als ik jou help, help jij mij morgen dan?

A
Als
B
Help
C
Als ik jou help
D
Help jij mij morgen dan?

Slide 19 - Quizvraag