paragraaf 7.4

Vertering 7.4
BOEK: YEP
IPAD: YEP
MOBIEL: NOPE


Uitleg Lessonup
Maakwerk

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Vertering 7.4
BOEK: YEP
IPAD: YEP
MOBIEL: NOPE


Uitleg Lessonup
Maakwerk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen 7.4
Wat zijn enzymen?
Op welke 4 plekken worden ze gemaakt?
Wat is gal en waar wordt het gemaakt?
Welke stoffen worden verteerd en waar?

Slide 2 - Tekstslide

Spijsverteringsstelsel
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 3 - Sleepvraag

Werking enzymen
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym.
Een enzym:
  1. bindt aan de voedingsstof
  2. knipt de voedingsstof in stukken
  3. laat los en kan opnieuw een zelfde voedingsstof afbreken

Slide 4 - Tekstslide

Enzymen hebben de volgende eigenschappen

  • het zijn eiwitten;
  • ze werken specifiek;
  • ze kunnen stoffen opbouwen;
  • ze kunnen stoffen afbreken;
  • ze worden zelf niet verbruikt

Slide 5 - Tekstslide

waar enzymen?

- Tandpasta
- Wasmiddelen
- Medicijnen

Slide 6 - Tekstslide

Waar is geen vertering nodig? 
Vitamines, mineralen en water hoeven niet te worden verteerd. Deze zijn al heel klein en kunnen direct worden opgenomen in het bloed.

Slide 7 - Tekstslide

Waar wordt eten verteerd?
Lever
(maakt gal)
Galblaas

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 10 - Sleepvraag

                                  Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap

voedsel smeuig maken,
start vertering van zetmeel

doden bacterien
vertering eiwitten

emulgeert vetten:
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
afronden van de vertering van eiwitten en koolhydraten
de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 11 - Sleepvraag

Vertering 7.4
BOEK: YEP     IPAD: YEP
MOBIEL: NOPE

Uitleg en herhaling via Lessonup
Maakwerk

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 7.4
De route van het verteringsstelsel
Wat zijn enzymen?
Op welke 4 plekken worden ze gemaakt?
Wat is gal en waar wordt het gemaakt?
Welke stoffen worden verteerd en waar?

Slide 13 - Tekstslide

Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 14 - Sleepvraag

De route.....
en wat er onderweg gebeurt.....

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

mondholte/keelholte/slokdarm

voedsel kauwen --> oppervlakte vergroot

speeksel verteert zetmeel al een klein beetje

doorslikken

darmperistaltiek in slokdarm

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

maag

zuur en enzymen worden toegevoegd aan de voedselbrij.

dit verteert eiwitten en doodt bacteriën

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

12v darm: gal/alvleessap

Gal emulgeert (?) vetten, wordt opgeslagen in de galblaas

gaat naar de twaalfvingerige darm als het nodig is.


alvleessap verteert koolhydraten, vetten en eiwitten.


Slide 21 - Tekstslide

10 meter

Slide 22 - Tekstslide

Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken

In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun

Slide 23 - Tekstslide

dunne darm


enzymen uit darmsap verteren koolhydraten en eiwitten

darmplooien/vlokken voor de grote oppervlakte

water opnemen met verteerde voedingsstoffen

Slide 24 - Tekstslide

dikke darm 1,5 m

Slide 25 - Tekstslide

dikke darm


indikken van voedselbrij (water opnemen)

veel bacteriën leven daar (maken vit. K)

endeldarm

anus

Slide 26 - Tekstslide

Leerdoelen 7.4
De route van het verteringsstelsel
Wat zijn enzymen?
Op welke 4 plekken worden ze gemaakt?
Wat is gal en waar wordt het gemaakt?
Welke stoffen worden verteerd en waar?

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide