BS 7.4 deel 2 4K 02-10

Welkom bij Bio
Ga op je plek zitten

pak je ipad/boek alvast voor!

Log in op lessonup en volg de les.
timer
3:00
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom bij Bio
Ga op je plek zitten

pak je ipad/boek alvast voor!

Log in op lessonup en volg de les.
timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Spijsverteringsstelsel
Sleep de woorden naar de juiste plek.
Slokdarm
Lever
Dikke darm
Galblaas
Maag
Alvleesklier
Dunne darm
Anus
Blinde darm

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
Slokdarm
Maag
Lever
Galblaas
Alvleesklier
12-vingerige darm
Dunne darm
Dikke darm
Blinde darm
Appendix
Endeldarm
Anus

Slide 3 - Sleepvraag

Dit zijn de organen van het spijsverteringsstelsel. Kun jij ze op de goede plaats zetten?
Leerdoelen 7.4
Wat zijn enzymen?
Op welke 4 plekken worden ze gemaakt?
Wat is gal en waar wordt het gemaakt?
Welke stoffen worden verteerd en waar?

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking enzymen
(verteren)
Enzymen maken grote voedingsstoffen klein (knippen). Elke voedingsstof heeft zijn eigen enzym.
Een enzym:
  1. bindt aan de voedingsstof
  2. knipt de voedingsstof in stukken
  3. laat los en kan opnieuw een zelfde voedingsstof afbreken

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Enzymen hebben de volgende eigenschappen

  • het zijn eiwitten;
  • ze werken specifiek (op 1 soort voedingsstof)
  • ze kunnen stoffen opbouwen;
  • ze kunnen stoffen afbreken;
  • ze worden zelf niet verbruikt (recycle)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar worden enzymen buiten het lichaam voor gebruikt?

- Tandpasta
- Wasmiddelen
- Medicijnen

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is geen vertering nodig? 
Vitamines, mineralen en water hoeven niet te worden verteerd. Deze zijn al heel klein en kunnen direct worden opgenomen in het bloed.

Vetten, koolhydraten en eiwitten wel!

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar wordt eten verteerd?
Lever
(maakt gal)
Galblaas

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 11 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

                                  Wat is de functie?
speeksel
maagsap
gal
darmsap
alvleessap

voedsel smeuig maken,
start vertering van zetmeel

doden bacterien
vertering eiwitten

emulgeert vetten:
grote vetdruppels worden kleine vetdruppels
afronden van de vertering van eiwitten en koolhydraten
de vertering van eiwitten, koolhydraten en vetten

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk
vanaf blz. 46 t/m 53
7, 8, 10, 11, 16, 17, 20

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering 7.4


Uitleg en herhaling via Lessonup
Maakwerk

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mogelijkheden voor verbetering
- groep splitsen
- plattegrond maken
- eruit sturen na twee keer waarschuwen
- anders lesgeven?
- ideeën?

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vertering 7.4


Hoe verder
Uitleg en herhaling via Lessonup
Maakwerk

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 7.4
De route van het verteringsstelsel
Wat zijn enzymen?
Op welke 4 plekken worden ze gemaakt?
Wat is gal en waar wordt het gemaakt?
Welke stoffen worden verteerd en waar?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke vertering vindt plaats? Sleep naar de juiste plek.
Speeksel
koolhydraten
eiwitten
koolhydraten
eiwitten vetten
koolhydraten
eiwitten

Slide 18 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De route.....
en wat er onderweg gebeurt.....

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

mondholte/keelholte/slokdarm

voedsel kauwen --> oppervlakte vergroot

speeksel verteert zetmeel al een klein beetje

doorslikken

darmperistaltiek in slokdarm

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

maag

zuur en enzymen worden toegevoegd aan je voedsel.

dit verteert eiwitten en doodt bacteriën



Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

12v darm: gal/alvleessap

Gal emulgeert (?) vetten, wordt opgeslagen in de galblaas

gaat naar de twaalfvingerige darm als het nodig is.


alvleessap verteert koolhydraten, vetten en eiwitten.


Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

10 meter                     dunne darm

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Darmplooien
De dunne darm heeft darmplooien in de wand
Daarop staan uitstulpingen: darmvlokken

In darmvlokken liggen bloedvaten, de wand van darmvlokken is erg dun

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dunne darm


enzymen uit darmsap verteren koolhydraten en eiwitten

darmplooien/vlokken voor de grote oppervlakte

water opnemen met verteerde voedingsstoffen

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dikke darm 1,5 m

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

dikke darm


indikken van voedselbrij (water opnemen)

veel bacteriën leven daar (maken vit. K)

endeldarm

anus

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen 7.4
De route van het verteringsstelsel
Wat zijn enzymen?
Op welke 4 plekken worden ze gemaakt?
Wat is gal en waar wordt het gemaakt?
Welke stoffen worden verteerd en waar?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maakwerk

Opdrachten 19 t/m 31
blz. 52 t/m 57

rustig overleggen mag

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies