water

waterstofbruggen
huiswerk:
leren 6.2 + maken opgaven 12, 13a, 14, 15
agenda:
proefwerk hst 5 op 30 maart
1 / 47
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 47 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

waterstofbruggen
huiswerk:
leren 6.2 + maken opgaven 12, 13a, 14, 15
agenda:
proefwerk hst 5 op 30 maart

Slide 1 - Tekstslide

bindingen

Slide 2 - Woordweb

Slide 3 - Tekstslide

Welke binding is aanwezig in vloeibaar ijzer?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 4 - Quizvraag

Welke binding wordt verbroken bij de ontleding van natriumchloride?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 5 - Quizvraag

Welke twee bindingen worden gevormd bij de ontleding van natriumchloride, waarbij vast natrium en gasvormig chloor ontstaat?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 6 - Quizvraag

Welke twee bindingen zijn aanwezig in vloeibaar hexaan?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 7 - Quizvraag

Welke bindingen kunnen voorkomen bij moleculaire stoffen?
A
metaalbinding
B
atoombinding
C
ionbinding
D
VanderWaalsbinding

Slide 8 - Quizvraag

Waar is de sterkte van een VanderWaalsbinding van afhankelijk?
A
kookpunt van de stof
B
grootte van het molecuul
C
fase van het molecuul
D
grootte van de atomen

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

het kookpunt van water is veel hoger dan je op grond van de massa zou verwachten

Slide 11 - Tekstslide

de verklaring is naast de VanderWaalsbinding nog een andere binding: de waterstofbrug

Slide 12 - Tekstslide

de waterstofbrug tekenen we met een stippellijn

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

waterstofbruggen
komen voor 
tussen moleculen met OH en/of NH bindingen
en zorgen voor:
sterkere binding tussen die moleculen
en
voorspellen of een stof oplost in water

Slide 18 - Tekstslide

geen waterstofbrug
wel waterstofbruggen
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
N2
O2
CH2Cl2
NO2
H2O2
CaCO3
NaCl

Slide 19 - Sleepvraag

Sleep het vinkje naar de stof met het hoogste kookpunt
 
CH3OH
H2S
CH3Cl
NH3
C5H12
C4H8I2

Slide 20 - Sleepvraag

Huiswerk vorige les: 12, 13a, 14, 15
nieuwe datum toets hst 5: 1 april (open boek)

huiswerk volgende week: 
maken opgaven 16, 18, 21, 22

Slide 21 - Tekstslide

zet de vinkjes op de bindingen die een waterstofbrug kunnen vormen.

Slide 22 - Sleepvraag

Plaats de twee waterstofbrug-gen op de goede plekken
-----
----

Slide 23 - Sleepvraag

waterstofbruggen ontstaan
- tussen OH en/of NH bindingen


waterstofbruggen tekenen we met een stippellijn tussen de H en O of de H en N atomen

Slide 24 - Tekstslide

teken een waterstofbrug tussen een methanol- en en twee watermoleculen, maak een foto en lever deze in

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide

teken de waterstofbruggen tussen drie ethanolmoleculen

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

oplosbaarheid in water
6.3
maken opgaven 23, 26, 27, 29

Slide 29 - Tekstslide

waterstofbruggen

Slide 30 - Woordweb

Slide 31 - Tekstslide

olie met water

Slide 32 - Tekstslide

jood in wasbenzine
jood in water

Slide 33 - Tekstslide

0

Slide 34 - Video

Slide 35 - Video

ethanol
mengt met wasbenzine
mengt met water
jood
olie
glycerine

Slide 36 - Sleepvraag

Slide 37 - Tekstslide

Slide 38 - Tekstslide

lost op in water
lost op in olie
NH3
C3H8
C2H5OH
CH3NH2
C6H12O6
CH2Cl2
H2O2
C6H6
C2H5OC2H5

Slide 39 - Sleepvraag

Slide 40 - Tekstslide

Slide 41 - Tekstslide

Oplossen van zouten in water
bij het oplossen omringen watermoleculen de ionen,
we noemen dat hydratatie

Slide 42 - Tekstslide

de waterstofatomen richten zich naar de negatieve ionen,
de zuurstofatomen richten zich naar de positieve ionen.

Slide 43 - Tekstslide

ethanolmoleculen omhullen ionen ook

Slide 44 - Tekstslide


Welke hydratatie zie je hiernaast?
A
Hydratatie van een positief ion
B
Hydratatie van een negatief ion

Slide 45 - Quizvraag


Welke hydratatie zie je hiernaast?
A
Hydratatie van een positief ion
B
Hydratatie van een negatief ion

Slide 46 - Quizvraag

Werk deze vraag uit en stuur een foto in , zie opdracht Classroom

Slide 47 - Tekstslide