4h spelling - afkortingen en fout gespelde woorden

Welkom
Planning:
-opdracht 5 + 6 blz 271; theorie doornemen
-oefenen met LessonUp
-afronding Spelling
-info opdracht literatuurgeschiedenis

-denk aan SE woordjes Q tm S op dinsdag 26 mei
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Planning:
-opdracht 5 + 6 blz 271; theorie doornemen
-oefenen met LessonUp
-afronding Spelling
-info opdracht literatuurgeschiedenis

-denk aan SE woordjes Q tm S op dinsdag 26 mei

Slide 1 - Tekstslide

Theorie afkortingen:
-opdracht 5 blz. 270: opzoekopdracht. 

Algemeen: 
-afkortingen die letter voor letter worden uitgesproken, krijgen geen punten (wc, dvd, vwo).
-afkortingen die als hele woorden worden uitgesproken, krijgen wel punten (z.s.m. , i.p.v.)

Slide 2 - Tekstslide

Afkortingen:
-Schrijf afkortingen met kleine letters, behalve als het om namen gaat (hbo, VVD)

-De schrijfwijze van afkortingen is niet altijd helemaal consequent. 
jongstleden = jl. maar aanstaande = a.s.

-Sommige woorden kort je af door de eerste lettergreep te nemen en dan een punt. (org. = organisatie, penn. = penningmeester)

Slide 3 - Tekstslide

Fout gespelde woorden:
Er is een aantal woorden die veel mensen vaak fout spellen. Soms zijn er spellingsregels waarmee je ze kunt verbeteren, soms is het een woordbeeld dat je moet hebben. 

-bangerikken (moet zijn bangeriken, denk aan mv-regels)
-per se (woordbeeld)

Slide 4 - Tekstslide

Wat is de juiste afkorting?

Deze lift is 'buiten dienst'.
A
bd
B
b.d.

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de juiste afkorting?

onder vermelding van
A
ovv
B
o.v.v.

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de juiste afkorting?
De wind komt uit het 'zuidoosten'.
A
z.o.
B
zo

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de juiste afkorting?
collectieve arbeidsovereenkomst
A
CAO
B
cao

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de juiste afkorting?
ultra violet
A
u.v.
B
uv
C
U.V.
D
UV

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
nieuwschierig
B
nieuwsgierig

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?

A
capuccino
B
cappucino
C
cappuccino

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
daarentegen
B
daarintegen

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
zowieso
B
zowiezo
C
sowiezo
D
sowieso

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
onmiddelijk
B
onmidelijk
C
onmiddellijk
D
onmidellijk

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
perse
B
per se
C
per sé
D
persé

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
insecten
B
insekten

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
dozein
B
dozijn

Slide 17 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
burgermeester
B
burgemeester

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de juiste spelling?
A
pyama
B
piama
C
pijama
D
pyjama

Slide 19 - Quizvraag

Groepspresentatie literatuur:
-Zoals gezegd; na spelling gaan we werken aan een groepspresentatie over literatuurgeschiedenis. (telt 10% voor literatuur)
-De opdracht staat in Classroom. 
-De groepsindeling staat ook in Classroom, met verdeling van onderwerpen. 

-Lees de opdracht door voor volgende les en begin met brainstormen! 

-De belangrijkste bron is www.literatuurgeschiedenis.nl. Meer info volgt. 

Slide 20 - Tekstslide

Afronding:
-zelf de opdrachten van spelling afmaken en nakijken
-trek aan de bel bij problemen
- in de laatste weken voor de laatste toetsweek herhalen we spelling ; werkwoordspelling is een belangrijk onderdeel.
-volgende week (25 mei) vervalt de les.

-denk aan je leesdossiers!

Slide 21 - Tekstslide