Kapitel 5, Lektion 1: Sehen: Ik kan de hoofdpunten begrijpen van televisieprogramma’s over vertrouwde onderwerpen.
Lesen: Ik kan informatie vinden en begrijpen in alledaags materiaal.
Lesen: Ik kan persoonlijk e-mails begrijpen.
Grammatik: Ik kan de voorzetsels ‘naar’, ‘bij’ en ‘voor’ in het Duits toepassen.