Overtuigen

Overtuigen
Hoofdstuk 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Overtuigen
Hoofdstuk 2

Slide 1 - Tekstslide

Lezen
feiten, meningen en argumenten

Slide 2 - Tekstslide

Wat is een feit?
A
Het speelveld bij handbal is rechthoekig
B
handbal is een vermoeiende sport
C
Zowel A als B is een feit

Slide 3 - Quizvraag

Aan welke signaalwoorden herken je een argument?
A
Omdat
B
Namelijk
C
Want
D
Immers

Slide 4 - Quizvraag

Spreken en gesprekken
deelnemen aan een meningvormende discussie

Slide 5 - Tekstslide

Discussie

Slide 6 - Woordweb

Woordenschat
onbekende woorden

Slide 7 - Tekstslide

Wat is de betekenis van:
auteurs

Slide 8 - Open vraag

Wat is de betekenis van:
continu

Slide 9 - Open vraag

Welk begrip hoort bij:
verspreiden zodat iedereen het kan lezen en zien

Slide 10 - Open vraag

Welk begrip hoort bij:
regering van een land of gemeente

Slide 11 - Open vraag

Spelling
aan elkaar of los

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

Wat is de goede schrijfwijze?
A
de hond uitlaten
B
de hond uit laten

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de goede schrijfwijze?
A
zesenzeventig
B
zes en zeventig

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de goede schrijfwijze?
A
kassa bon
B
kassabon

Slide 16 - Quizvraag

Wekwoordspelling
zinnen met meerdere persoonsvormen

Slide 17 - Tekstslide

Hoe kom je erachter welke werkwoorden persoonsvormen zijn en welke niet?

Slide 18 - Open vraag

Formuleren
woordvolgorde in samengestelde zinnen

Slide 19 - Tekstslide

Plak de twee losse zinnen aan elkaar:
Maxim verbrandt zijn vingers. Hij let niet goed op. (als)

Slide 20 - Open vraag

Plak de twee losse zinnen aan elkaar.
Veel leerlingen maken huiswerk. Ze kijken televisie. (terwijl)

Slide 21 - Open vraag