Negatieve getallen

Negatieve getallen
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 8

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Negatieve getallen

Slide 1 - Tekstslide

Wat zijn volgens jou negatieve getallen?
A
getallen die verdrietig zijn
B
getallen die altijd dwars zijn.
C
getallen onder de nul
D
getallen boven de nul

Slide 2 - Quizvraag

zoek eens op wat de letters NAP betekenen en vul daarna het goede antwoord in.
A
Niet Altijd Positief
B
Normaal Amsterdams Peil
C
Nieuw Amsterdams Peil
D
Niet Normaal Peilstand

Slide 3 - Quizvraag

Waar staat de peilmeter in Amsterdam? zoek dat weer op en vul het juist antwoord in.
A
stadhuis
B
leidseplein
C
Johan Cruijf Arena
D
station centraal

Slide 4 - Quizvraag

Zoek weer op! Waar ligt het laagste punt van Nederland?
A
Amsteram
B
Lutjebroek
C
Beverwijk
D
Nieuwerkerk aan de IJsel

Slide 5 - Quizvraag

Hoeveel ligt dit onder NAP?
A
7,68 meter
B
678 meter
C
6,78 meter
D
67,8 meter

Slide 6 - Quizvraag

Waar ligt het hoogste punt van Nederland?
A
Castricum
B
Vaals
C
Valkenburg
D
Friesland

Slide 7 - Quizvraag

Hoeveel meter ligt dit boven NAP?
A
322,38 meter
B
233,83 meter
C
382,38 meter
D
833,28 meter

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Je heb nu gezien dat negatieve getallen worden gebruikt voor de waterstand en voor de temperatuur te meten (thermometer) Weet jij nu ook nog een paar dingen waar negatieve getallen een rol spelen?

Slide 10 - Open vraag

Getallenlijn
Je kan getallen op een getallenlijn plaatsen
een getallen lijn is niets anders dan streepjes op een lijn.
Je hebt dan een overzicht welk getal groter of kleiner is.
Hier kan je ook de negatieve getallen op zetten.
Kijk maar naar het filmpje op de volgende dia

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

getallenlijn
Heb je het en beetje begrepen?
probeer dan de volgende vragen te beantwoorden.

Slide 13 - Tekstslide

Vul op de stippen kleiner of groter in
10 .... 2
A
kleiner
B
groter

Slide 14 - Quizvraag

vul op de stippen kleiner of groter in
-3 ....0
A
kleiner
B
groter

Slide 15 - Quizvraag

vul op de stippen kleiner of groter in.
-3.....2
A
kleiner
B
groter

Slide 16 - Quizvraag

vul op de stippen kleiner of groter in.
-3,2.....-2,3
Als je alleen naar het getal voor de komma kijk en je bedenkt dat het een verdieping in een parkeergarage is, dan ligt -3 lager dan -2.
A
kleiner
B
groter

Slide 17 - Quizvraag

vul op de stippen < of > in.
0.....-5
A
kleiner
B
groter

Slide 18 - Quizvraag

Wat is het getal 0 eigenlijk?
A
Positief
B
Negatief
C
Neutraal

Slide 19 - Quizvraag

Maak het rijtje af
-12, -8, -4,
A
-1
B
0
C
8
D
4

Slide 20 - Quizvraag

Maak het rijtje af
-14, -11, -8,
A
-6
B
-5
C
-4
D
-3

Slide 21 - Quizvraag

Klaar?
Heb je de vragen beantwoord? en alles opge- zocht?  Dan geeft het niets 
als je antwoorden nog niet 
allemaal goed zijn maar dan 
ben je wel een kanjer! Gefeliciteerd

Slide 22 - Tekstslide