2 havo 2.5 comparisons

les start
  • Ga zitten op je eigen plek.
  • Pak je laptop.
  • login op lesson up, met het account wat je hebt aangemaakt!
  • Als ik voor de klas ga staan, wil ik beginnen en word het stil.
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

les start
  • Ga zitten op je eigen plek.
  • Pak je laptop.
  • login op lesson up, met het account wat je hebt aangemaakt!
  • Als ik voor de klas ga staan, wil ik beginnen en word het stil.

Slide 1 - Tekstslide

2 havo les 20
Comparisons

Slide 2 - Tekstslide

Lesson goals 
  • At the end of class you know what comparisons are.
  • At the end of class you know when to use certain comparisons.
  • At the end of class we have pracitsed with the comparisons.
  • At the end of class we have started on the homework.

Slide 3 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen deze 2 zinnen?
He is my older brother.
He is my oldest brother.

Slide 4 - Open vraag

Comparisons
We use comparisons to compare.
Zij is groot.
Hij is groter.  = vergrotende trap.
Zij zijn het grootst. = overtreffende trap.

Slide 5 - Tekstslide

+er/+est
She is big.
He is bigger 
They are the biggest.
Met 1 lettergreep.
Small, smaller, smallest.

2 lettergrepen eindigend op
-le/ -er / -ow / -y
Simple/ simpler / simplest
Busy/ busier/ busiest
More/most
Sheila is beautiful.
Kim is more beautiful.
Jenny is the most beautiful.

2 lettergrepen: de rest.
stupid/ more stupid/ most stupid.
3 lettergrepen of meer.
Horrible/ more horrible/ most horrible.

Slide 6 - Tekstslide

Uitzonderingen!!!!
Good/ better / best.
Bad/ worse / worst.
Little/ less least.

Slide 7 - Tekstslide

+Er/ +est
Met 1 lettergreep.
Small, smaller, smallest.


+Er/ +est
2 lettergrepen eindigend op
-le/ -er / -ow / -y
Simple/ simpler / simplest
Busy/ busier/ busiest

Slide 8 - Tekstslide

Practise
Fill in the full row!
Example:
Big-bigger-biggest.

Slide 9 - Tekstslide

Cold

Slide 10 - Open vraag

Fast

Slide 11 - Open vraag

Easy

Slide 12 - Open vraag

pretty

Slide 13 - Open vraag

More/ most
3 lettergrepen of meer.
Horrible/ more horrible/ most horrible.

More/ most
2 lettergrepen: de rest.
stupid/ more stupid/ most stupid.


Slide 14 - Tekstslide

My brother has a (tidy)....room than me

Slide 15 - Open vraag

Australia is (big).... than England.

Slide 16 - Open vraag

I'm (good) ..... now than yesterday.

Slide 17 - Open vraag

Senegal played (bad)..... than Real The Netherlands yesterday.

Slide 18 - Open vraag

Who is (talkative) ..... person in your family?

Slide 19 - Open vraag

What he did was (horrible)..... than what I did.

Slide 20 - Open vraag

Net/ niet zo... als.
As young as.
Not as beatiful as.

Slide 21 - Tekstslide

Hij is net zo aardig als Jim.
(Vertaal)

Slide 22 - Open vraag

Zij is niet zo aardig als Jim.

Slide 23 - Open vraag

Booklet ex. 18, 19, 20 p 13 - 14.
+
Do StudyGo 2.5


timer
5:00

Slide 24 - Tekstslide

End of class
  • Blijf zitten.

Slide 25 - Tekstslide