Keuzevoorzetsels II

Wechselpräpositionen II
Keuzevoorzetsels kan je ook gebruiken
om een tijd aan te geven. 

Je kunt de keuzevoorzetsels dan gebruiken om aan te geven wanneer (wann) iets gebeurt.



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wechselpräpositionen II
Keuzevoorzetsels kan je ook gebruiken
om een tijd aan te geven. 

Je kunt de keuzevoorzetsels dan gebruiken om aan te geven wanneer (wann) iets gebeurt.



Slide 1 - Tekstslide

Wechselpräpositionen II
De keuzevoorzetsels an, in, vor, zwischen
zorgen dan voor de derde naamval.







Slide 2 - Tekstslide

Wechselpräpositionen II

op woensdag - am Mittwoch
's avonds - am Abend
in mei - im Mai
in de zomer - im Sommer (m)
over een week - in einer Woche (v)



Slide 3 - Tekstslide

Wechselpräpositionen II

over een jaar - in einem Jahr (o)
voor 3 april - vor dem dritten April
een maand geleden - vor einem Monat
zwischen 2 und 4 november -zwischen dem 2. und dem 4. November




Slide 4 - Tekstslide

Und jetzt..... Üben

Slide 5 - Tekstslide

(in) Januar
A
ins
B
in
C
im

Slide 6 - Quizvraag

(Een week geleden) habe ich ihn noch gesehen.

Slide 7 - Open vraag

(Over een maand) haben wir Ferien.

Slide 8 - Open vraag

In december
A
Im Dezember
B
Ins December

Slide 9 - Quizvraag

's morgens
A
auf dem Morgen
B
Am Morgen

Slide 10 - Quizvraag

op maandag
A
auf Montag
B
am Montag

Slide 11 - Quizvraag

Op dit moment (m)
A
In diesem Moment
B
Auf diesen Moment

Slide 12 - Quizvraag

(In de herfst) fallen die Blätter von den Bäumen.
A
In den Sommer
B
Im Sommer
C
Im Herbst
D
In den Herfst

Slide 13 - Quizvraag

(Over een maand) habe ich Geburtstag.
A
In einem Monat
B
Über eine Woche
C
In einer Woche
D
In einer Monat

Slide 14 - Quizvraag

Zwischen ........4. und ......... 8. September besuche ich meine Oma.
A
den, den
B
dem, dem
C
der, dem
D
der, der

Slide 15 - Quizvraag

Richtig oder falsch?

Slide 16 - Tekstslide

Auf Donnerstag habe ich eine Prüfung.
A
richtig
B
falsch

Slide 17 - Quizvraag

Über einem Monat habe ich Geburtstag.
A
richtig
B
falsch

Slide 18 - Quizvraag

Am Samstag gibt es in Zwolle ein Fest.
A
richtig
B
falsch

Slide 19 - Quizvraag

In diesem Moment hat alles sich geändert.
A
richtig
B
falsch

Slide 20 - Quizvraag

An einem Dienstag
A

Slide 21 - Quizvraag