b3q 9 februari

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

vandaag

•  vragen over Woordenschat H3 
• Grammatica H3 Zinsdelen ga je helemaal zelf doen
• Grammatica H3 Woordsoorten ga ik uitleggen

Wederkerend en wederkerig voornaamwoord 

Nieuw Nederland inloggen 

Selecteer H3 Grammatica Woordsoorten

Startopdracht

Wat valt je op? 

Wederkerig voornaamwoord

Elkaar

(mekaar, elkander)

Wederkerend voornaamwoord

Verplicht of toevallig 

Lees mee op blz. 94 als aanvulling op het filmpje 

Aan de slag 

Maak opdracht 1 Online

Klaar?

Werk aan opdracht 2 ONLINE. Zorg dat je alle woordsoorten tot nu toe kent!! (de brug blz. 252 en 253)

Wederkerende werkwoorden

Wederkerend = komt terug

Het werkwoord slaat terug op het onderwerp.

Verplicht wederkerend ww

• Slaat terug op het onderwerp
  
• wederkerend voornaamwoord (me, zich, ons, je)
• het wederkerend voornaamwoord kan niet vervangen worden door een ander woord (pers. vnw/ zn). 

Toevallig wederkerend ww

Er zijn ook werkwoorden die wederkerend gebruikt kunnen worden, zoals verwonden. 

• Ik verwondde me aan de groenteschaaf. (wederkerend)
• Ik verwondde mijn broertje met de grasmaaier. (niet-wederkerend)

Vragen?

Over wederkerend en wederkerig voornaamwoord (H3)

Het woordje wat

- vrag.vnw

Wat heb jij voor cadeau gekregen?

- betr.vnw

Er is niets wat ik niet kan

- onbep.vnw (wat = iets):

Ik neem wat voor je mee morgen. 

Het woordje je 

- pers.vnw

Ga je morgen mee naar het strand? 

- bez.vnw

Ik vind je nieuwe tas echt leuk. 

- onbep.vnw (je = men)

Rutte zegt dat het belangrijk is dat je je laat vaccineren. 

Het woordje het

- pers.vnw > Dat boek is leuk, mag ik het lenen? 

- onbep.vnw

Het is nog vroeg (tijd)

Morgen gaat het sneeuwen (weer)

Bij mijn opa en oma is het altijd gezellig 

- blw > Morgen ga ik naar het nieuwe zwembad