B1 Les 49/50 (Tekstdoelen en -indeling)

Planning
Terugblik op vorige les
Uitleg over tekstdoelen
Even oefenen...
Uitleg over tekstindeling
Aan het werk!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Planning
Terugblik op vorige les
Uitleg over tekstdoelen
Even oefenen...
Uitleg over tekstindeling
Aan het werk!

Slide 1 - Tekstslide

De vorige les ging het over 'samenvattingen maken'. Welke stappen moest je ondernemen bij het maken van een samenvatting?

Slide 2 - Open vraag

Stuur hier een foto van opdracht 13 van les 42 uit je blauwe werkboek (p.13)

Slide 3 - Open vraag

Teksten leren voor een toets
Samenvatting maken:
1. Schrijf de titel bovenaan je samenvatting.
2. Bedenk wat het onderwerp is van de tekst.
3. Lees de tekst helemaal. Schrijf in één zin (kernzin) op waar het over gaat.
4. Schrijf op wat de vetgedrukte woorden betekenen.
5. Schrijf de hoofdzaken van de tekst op.

Slide 4 - Tekstslide

Les 49: Tekstdoelen
Een schrijver schrijft een tekst altijd met een doel. Als je weet wat het tekstdoel is, kun je een tekst beter begrijpen.


Slide 5 - Tekstslide

Les 49: Tekstdoelen
Informatie-tekst: de schrijver wil jou iets leren. 
Voorbeeld: lesboek van een schoolvak of een encyclopedie. 


Slide 6 - Tekstslide

Les 49: Tekstdoelen
Instructie-tekst: de schrijver wil jou iets uitleggen. 
Voorbeeld: een recept of een gebruiksaanwijzing.

Slide 7 - Tekstslide

Les 49: Tekstdoelen
Betogende tekst: De schrijver wil jou overtuigen van zijn mening. 
Voorbeeld: een recensie (die je laatst zelf ook gemaakt hebt!)

Slide 8 - Tekstslide

Les 49: Tekstdoelen
Overhalende tekst: De schrijver wil dat je iets doet of iets koopt.
Voorbeeld: een reclamefolder.

Slide 9 - Tekstslide

Welk tekstdoel heeft een recensie?
A
instructie
B
informeren
C
overhalen
D
betogen

Slide 10 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een atlas?
A
instructie
B
informeren
C
overhalen
D
betogen

Slide 11 - Quizvraag

Welk tekstdoel heeft een gebruiksaanwijzing?
A
instructie
B
informeren
C
overhalen
D
betogen

Slide 12 - Quizvraag

Welk doel behoort NIET tot de tekstdoelen?
A
betogen
B
instrueren
C
solliciteren
D
informeren

Slide 13 - Quizvraag

Lees onderstaande tekst.

Slide 14 - Tekstslide

Welk tekstdoel hoort bij het vorige tekstje?

Slide 15 - Open vraag

Tekstindeling
Bijna alle teksten hebben een vaste indeling. We hebben al dingen geleerd over kopjes, titels en alinea's. Maar welke indeling heeft een normale tekst vaak? 

Slide 16 - Tekstslide

Welke indeling heeft een tekst normaal?

Slide 17 - Open vraag

Tekstindeling
Inleiding
- Over wie het gaat, waar het is en wat er aan de hand is
- De situatie of het probleem wordt omschreven.

Kern:
- Hoe het verder gaat
- Het probleem wordt verder uitgelegd

Slot:
- Hoe het afloopt
- Korte samenvatting of conclusie

Slide 18 - Tekstslide

Waar of niet waar: 'in een alinea staan zitten bij elkaar die over hetzelfde gaan'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Waar of niet waar: 'een alinea heeft soms een tussenkopje erboven staan'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 20 - Quizvraag

Waar of niet waar: 'een tekst heeft nooit meer dan vijf alinea's'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quizvraag

Waar of niet waar: 'De eerste en laatste zin van een alinea zijn vaak het belangrijkst'
A
Waar
B
Niet waar

Slide 22 - Quizvraag

Aan het werk!
Maken: opdrachten van les 49 en les 50.
Vraag? Doe me een berichtje via Teams!

Vergeet niet te lezen in je leesboek!


Slide 23 - Tekstslide