3.4 westerse wereldrijken

3.4 westerse wereldrijken
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

3.4 westerse wereldrijken

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Vragen over vorige lessen
  • Uitleg
  • Afsluiting

Slide 2 - Tekstslide

Welk begrip hoort bij de volgende betekenis:

"Ingrijpende verandering in de productie, waarbij handarbeid werd vervangen door machines."
A
Kapitalisme
B
Handnijverheid
C
Industriële revolutie
D
Monarchie

Slide 3 - Quizvraag

In welk land begon de industriële revolutie?
A
Duitsland
B
Nederland
C
België
D
Engeland

Slide 4 - Quizvraag

In Nederland startte de eerste spoorlijn tussen Amsterdam en Haarlem. In welk jaartal was dat?
A
1839
B
1848
C
1815
D
1878

Slide 5 - Quizvraag

Wat was 1 van de belangrijkste uitvindingen van de industriële revolutie?
A
De ploeg
B
De stoommachine
C
De dienstensector
D
De computer

Slide 6 - Quizvraag

Welk begrip past
het beste bij de afbeelding?
A
landbouwsamenleving
B
stedelijke samenleving
C
industriële samenleving
D
landbouw-stedelijke samenleving

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een vakbond?
A
organisatie van werknemers
B
deel van de economie, zoals de dienstensector
C
Dat is een bond met vakwerknemers
D
organisatie van werkgevers

Slide 8 - Quizvraag

De periode van 1800 tot heden wordt de .......... genoemd
A
middeleeuwen
B
vroegmoderne tijd
C
moderne tijd
D
oudheid

Slide 9 - Quizvraag

In de 19e eeuw werkten de arbeiders onder zeer slechte omstandigheden. hoeveel uur per dag werkten ze?
A
5-10 uur
B
10-15 uur
C
12- 16 uur
D
18 uur

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord past het beste bij deze afbeelding?
A
Kinderwetje
B
Kinderarbeid
C
Stoommachine
D
Samuel van Houten

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn socialisten?
A
die zijn heel sociaal/vriendelijk
B
mensen die in de politiek uitgaan van het geloof
C
Iemand die streeft naar gelijke behandeling van vrouwen
D
iemand die in de politiek streeft naar meer gelijkheid

Slide 12 - Quizvraag

het probleem van de slechte werk- en leefomstandigheden van de arbeiders noemen we de ........

Slide 13 - Open vraag

Wat zijn bijzondere scholen?
A
niet-openbare scholen
B
wel-openbare scholen
C
scholen voor hoger onderwijs
D
scholen met weinig leerlingen

Slide 14 - Quizvraag

Wie is de vrouw op deze afbeelding
A
Margreet Klomp
B
Femke Halsema
C
Rosa Parks
D
Aletta Jacobs

Slide 15 - Quizvraag

Wat was er bijzonder aan Aletta Jacobs?
A
Ze was heel groot voor een meisje
B
Ze was heel belangrijk in de politiek
C
Ze is toegelaten tot de universiteit en werd arts
D
Ze gaf les op school en dat was bijzonder

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Wereldrijken
  • Imperialisme is de Europese machtsuitbereiding in Azië en Afrika
  • Een oorzaak van het imperialisme is dat blanke mensen zich beter voelden dan mensen met een andere huidskleur
  • Koloniën werden ingenomen om te gebruiken om producten vandaan te halen en om mee te gaan handelen
  • Ook werd de lokale bevolking tot slaaf gemaakt
  • Daarnaast was er ook sprake van Europeanisering waarbij de Europese cultuur in andere werelddelen werd verspreid

Slide 18 - Tekstslide

Waardoor ontstonden koloniale wereldrijken?

Slide 19 - Open vraag

Imperialisme in Azië 
  • Vanaf ongeveer 1500 hadden de Europeanen kolonies in Azië
  • In 1900 kwamen daar nog extra landen bij
  • Japan veel industrie waardoor het geen kolonie werd van een Europees land, maar het zelf landen ging veroveren



Slide 20 - Tekstslide

Hoe vond het imperialisme in Azië plaats?

Slide 21 - Open vraag

Imperialisme in Afrika
  • In de 19e eeuw ontstaat er een race tussen de Europese landen om zoveel mogelijk gebieden
  • Alle grootmachten willen een stukje van Afrika in hun bezit hebben
  • Afrika wordt in een paar jaar tijd volledig verdeeld tussen de Europese landen

Slide 22 - Tekstslide

Hoe vond het imperialisme in Afrika plaats?

Slide 23 - Open vraag

Het Nederlandse wereldrijk
  • In de 19e eeuw breidden de Nederlanders hun gebieden in Indonesië steeds verder uit
  • Ze noemden de kolonie Nederlands-Indië
  • Om dit voor elkaar te krijgen voerden ze met het Nederlands Indisch leger oorlog, bijvoorbeeld Atjeh
  • De Nederlanders werkten samen met Indonesische vorsten
  • Ze dwongen de Indonesiërs om bijv. suiker en koffie te verbouwen en te leveren of rubber en tabak
  • De Nederlanders werden ook de baas in Suriname en de Antillen

Slide 24 - Tekstslide

Hoe breiden Nederland zijn koloniale rijk uit?

Slide 25 - Open vraag

Wat nemen jullie mee uit de les van vandaag?

Slide 26 - Open vraag