Les 2.3.1 Massa en volume

Les 2.3 (1) Massa en volume
1 / 50
volgende
Slide 1: Tekstslide
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 50 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Les 2.3 (1) Massa en volume

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Nakijken 4, 6, 7, 8 en 9 (blz 46 en 47)
  • 2.3 Massa en volume
  • Maken opgaven
  • (nakijken opgaven)

Slide 2 - Tekstslide

Maken opgave 4, 6, 7, 8, 9 
(blz 46 en 47)

Slide 3 - Tekstslide

4
  • a. Het mengsel is troebel
  • b. Een suspensie
  • c. Het witte poeder is naar beneden gezakt. 

Slide 4 - Tekstslide

6
  • a. Water
  • b. Het zakje (waar de thee in zit)
  • c. De thee
  • d. De resten die in het theezakje achterblijven

Slide 5 - Tekstslide

7
  • 1) Lost beter op
  • 2) Het smaakt beter (als het warm is)

Slide 6 - Tekstslide

8
  • Suiker is opgelost, je kunt alleen vaste stoffen met een filter (filtreren) verwijderen. 

Slide 7 - Tekstslide

9
  • Water erbij doen --> zout lost op en zand niet
  • Daarna filtreren --> residu = zand, filtraat = zout + water

Slide 8 - Tekstslide

Leerdoelen deze les
  • Je kunt de massa van een hoeveelheid stof bepalen.
  •  Je kunt het volume van een hoeveelheid vloeistof bepalen.

Slide 9 - Tekstslide

Les 2.3 (1) Massa en volume

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Massa
  • Je meet de massa in gram (g) of in kilogram (kg)
  • 1 kg = 1000 g

  • Met een weegschaal kun je de massa bepalen. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

0,05
0,5
5
0,04
0,4
4
25
2,5
0,25
0,025
1
0,1
0,01
0,0025
0,005

Slide 14 - Sleepvraag

Volume
  • Je meet de volume in liter (L) of in milliliter (mL)
  • 1 L = 1000 mL

  • 1 L = 1 dm3
  • 1 mL = 1 cm3


Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Tekstslide

Omrekenen

130cL=...dL
A
1,3
B
13
C
1300
D
0,13

Slide 18 - Quizvraag

Omrekenen

6,5dL=...mL
A
65
B
0,65
C
650
D
6500

Slide 19 - Quizvraag

Omrekenen:
25km3=.............dam3
A
2 500
B
25 000
C
25 000 000
D
25 000 000 000

Slide 20 - Quizvraag

Omrekenen:
1000 liter =
A
1 m³
B
1 dm³
C
10 dm³
D
10 m³

Slide 21 - Quizvraag

Omrekenen:
240 milliliter =
A
240cm3
B
240m3
C
240000cm3
D
24m2

Slide 22 - Quizvraag

Herhaling massa en volume
Massa
  • In g of kg


Volume
  • In mL of L
  • In cm3 of dm3


Slide 23 - Tekstslide

Berekenen volume rechthoekige voorwerpen

  • Volume = lengte x breedte x hoogte
  • V = l ∙ b ∙ h

Slide 24 - Tekstslide

Stappenplan berekenen volume rechthoekige voorwerpen

  • 1) Meet de lengte van de verschillende zijden
  • 2) Gebruik de formule: V= l ∙ b ∙ h
  • 3) Afmetingen in cm ingevuld? --> volume in cm                              Afmetingen in m ingevuld? --> volume in m3

Slide 25 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht

Slide 26 - Tekstslide

Voorbeeld opdracht

Slide 27 - Tekstslide

Nu jullie! In je schrift! maak 7a!

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 1,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 1,0 ∙ 1,0
  • V = 4,0 cm3

Slide 30 - Tekstslide

Hoeveel mL vloeistof zit er in deze maatcilinder?

Slide 31 - Open vraag

Hoeveel mL vloeistof zit er in deze maatcilinder?

Slide 32 - Open vraag

Hoeveel mL vloeistof zit er in deze maatcilinder?

Slide 33 - Open vraag

Maken opdracht 4, 5, 6, 7 (7a hebben we al samen gedaan) en 12

blz 54 t/m 56

Slide 34 - Tekstslide

Nakijken opdracht 4, 5, 6, 7a en 12
blz 54 t/m 56
7a en 12 in je schrift!

Slide 35 - Tekstslide

4

Slide 36 - Tekstslide

5

Slide 37 - Tekstslide

6
  • 500 mL
  • 750 mL
  • 125 mL

  • B & C

Slide 38 - Tekstslide

7a
  • Zie volgende slides

Slide 39 - Tekstslide

Slide 40 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 1,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 1,0 ∙ 1,0
  • V = 4,0 cm3

Slide 41 - Tekstslide

Slide 42 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 5,0 cm
  • b = 1,0 cm
  • h = 2,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 5,0 ∙ 1,0 ∙ 2,0
  • V = 10 cm3

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 3,0 cm
  • b = 2,0 cm
  • h = 2,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 3,0 ∙ 2,0 ∙ 2,0
  • V = 12 cm3

Slide 45 - Tekstslide

Slide 46 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 4,0 cm
  • b = 2,0 cm
  • h = 3,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 4,0 ∙ 2,0 ∙ 3,0
  • V = 24 cm3

Slide 47 - Tekstslide

Slide 48 - Tekstslide





Gegevens + gevraagd
  • l = 3,0 cm
  • b = 3,0 cm
  • h = 3,0 cm
  • V = ?




Uitwerking
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 3,0 ∙ 3,0 ∙ 3,0
  • V = 27 cm3

Slide 49 - Tekstslide

Gegevens
  • Hele baksteen
  • l = 21 cm
  • b = 10 cm
  • h = 5 cm

  • Stuk baksteen er af
  • l = 10 cm
  • b = 5 cm
  • h = 5 cm

  • V=? stuk baksteen dat overblijft
Uitwerkingen
  • Het volume van de hele baksteen is:
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V= 21 × 10 × 5,0 
  • V= 1050 cm3

  • Het volume van het stukje dat er afgehaald wordt is:
  • V = l ∙ b ∙ h
  • V = 10 × 5 × 5
  • V = 250 cm3

  • Het volume van het stuk baksteen dat overblijft is 1050 – 250 = 800 cm3

12

Slide 50 - Tekstslide