Co les 1 voorbereiding toets problemen in de ontwikkeling

BOL CO 4.4 
lesopdracht: observeren en signaleren
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

Onderdelen in deze les

BOL CO 4.4 
lesopdracht: observeren en signaleren

Slide 1 - Tekstslide

BBL  4.4 
lesopdracht: observeren
 en signaleren

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide


2 tal: beide ander filmpje/casus. 

Slide 4 - Tekstslide

Voorbereiding:
1. Kies een op youtube een casus uit de serie: “Je zal het maar hebben”.
2. Bekijk het filmpje en beschrijf de casus in een aantal zinnen.
3. Maak het observatieplan (bijlage 1) aan de hand van je eerste indruk van de
casus.
4. Beschrijf de normale ontwikkeling voor iemand met dezelfde leeftijd als de
hoofdpersoon (gebruik hiervoor bijlage 2).

Uitvoering:
5. Bekijk het filmpje nogmaals aan de hand van je observatieplan en let op :
a. Signalen die wijzen op afwijkende lichamelijke, cognitieve, sociale,
emotionele of seksuele ontwikkeling.
b. Situaties waarin de hoofdpersoon specifieke wensen of behoeften benoemt.
6. Vul aan de hand van je observatie bijlage 3 en 4 in.
a. Ontwikkelingsgebieden: Beschrijf welke afwijkingen de hoofdpersoon vertoont ten opzichte van de normale ontwikkeling (bijlage 3).
b. Wensen en behoeften: Benoem welke wensen en behoeften de hoofdpersoon benoemt (bijlage 4).

Evaluatie:
7. Vorm een tweetal (met hetzelfde uitstroomniveau) en werk onderstaande vragen uit:
a. Kijk per casus welke conclusie jullie kunnen trekken wanneer je bijlage 2 en 3 naast elkaar legt.
b. Beschrijf per casus hoe je als zorgverlener zou kunnen inspelen op de behoeften en signalen die zijn waargenomen.
c. Welke uitdagingen kun je verwachten bij het observeren en signaleren in de praktijk?

Niv 4: ethische dilemma's en multidisciplinaire samenwerking

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Wat valt er onder cognitieve ontwikkeling?
A
Lichamelijke ontwikkeling: grove en fijne motoriek
B
De menopauze bij vrouwen
C
Omgang met je omgeving zoals je familie en vrienden
D
Mentale functies zoals bv geheugen, denken , plannen en organiseren

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Er zijn 4 soorten hechting:

Veilige hechting;
Onveilig vermijdende hechting; 
Onveilig ambivalente hechting;
Gedesorganiseerde hechting;



Slide 12 - Tekstslide

Hechting

Slide 13 - Tekstslide

Hechting
  • Eerste 3 jaar, gebeurt instinctief
  • Creëert basisvertrouwen voor het leven in andere mensen
  • Veilige en onveilige hechting
  • Geremde en ontremde hechting 

Slide 14 - Tekstslide

Hechtingsproblematiek vs. hechtingsstoornis
  • Kind/jongere die niet goed gehecht is heeft niet meteen een hechtingsstoornis. 

  • 25 - 30 % van de Nederlandse bevolking is niet volledig veilig gehecht.

  • 1 % van de Nederlandse bevolking heeft een hechtingsstoornis. 

Slide 15 - Tekstslide

Hechtingsstoornis
  • Volgens DSM-5 te classifiseren onder de categorie "reactieve hechtingsstoornis"
  • Kind heeft geen duidelijk aanwijsbaar hechtingsfiguur, heeft dus geen gehechtheidsrelatie gevormd. 
  • Onderscheid twee type: 
  1. Ongeremde type
  2. Geremde type

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide