BK maandag

Tomorrow test
Today we will practice everything
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Tomorrow test
Today we will practice everything

Slide 1 - Tekstslide

Grammar 1
Maak korte ja/nee antwoorden

In het korte antwoord herhaal je altijd het werkwoord uit de vraag.
          voorbeeld: Are they happy with their new house? 
                                          Yes, they are.

Slide 2 - Tekstslide

Grammar 2
Voorzetsels van tijd (on, in at)

On                gebruik je bij dagen en data.
                      (on the fourth of July)
In                  gebruik je bij maanden, jaartallen, seizoenen en dagdelen.
                      (in the morning)
At                  gebruik je om te zeggen hoe laat het is of vaste uitdrukkingen 
                       (at the weekend of at christmas)

Slide 3 - Tekstslide

Grammar 3
Toekomende tijd
Basis:         
will                      gebruik je om iets te beloven of aan te bieden. Ook bij voorspellingen waar je geen                               bewijs voor hebt. (We will be on time. It will snow at Christmas)

am/are/is + going to         gebruik je om te zeggen dat je iets van plan bent, er is wel bewijs voor. In het Nederlands gebruiken we vaak  'gaan'. Ik ga naar een concert= I am going to see a concert.

Kader:    Jullie moeten deze twee vormen kennen plus de duurvorm (am/are/is + werkwoord+ing) die gebruik je bij afspraken waar plek of tijd al vast staat.             en de Present Simple (gewone werkwoord), voor dingen die volgens een schema of rooster zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Leerwerk
Stones 1 en 2 voor basis, Stones 1,2 en 3 voor kader.
Woordjes bladzijde 17 en 18

Slide 5 - Tekstslide

I promise, we .... on time
A
will be
B
are going to be

Slide 6 - Quizvraag

She ... to that concert, she has won tickets.
A
will go
B
is going to go

Slide 7 - Quizvraag

The train ... tomorrow at 13:00.
A
leaves
B
is going to leave

Slide 8 - Quizvraag

She's going to Turkey ... the summer
A
in
B
on
C
at

Slide 9 - Quizvraag

I will be home ... six o'clock.
A
in
B
on
C
at

Slide 10 - Quizvraag

We are playing a game ... the first of October.
A
in
B
on
C
at

Slide 11 - Quizvraag

My friend is coming over ... the morning.
A
in
B
on
C
at

Slide 12 - Quizvraag

The shop opened ... nine o'clock.
A
in
B
on
C
at

Slide 13 - Quizvraag

Vertaal: enorm

Slide 14 - Open vraag

Vertaal: record

Slide 15 - Open vraag

Vertaal: zak (broekzak of jaszak bijvoorbeeld)

Slide 16 - Open vraag

Vertaal: stok

Slide 17 - Open vraag

Vertaal: opschieten

Slide 18 - Open vraag

To do
What: make the test yourself 
Where: page 23 basis, and page 26 kader
How: silent
Help: use your textbook

Slide 19 - Tekstslide