In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Welkom!
Slide 1 - Tekstslide
informeel: vragen naar vakantie, eerste dag naar school, alweer toe aan vakantie?
Leerdoelen
Aan het einde van deze les...
1) begrijp ik wat kenmerkend is voor een filosofische houding en wat voor een dogmatische houding.
2) kan ik filosofische vragen onderscheiden van niet-filosofische vragen.
Slide 2 - Tekstslide
NB verwachting 'maak': schrijf op in je schrift.
Filosofie
Slide 3 - Woordweb
Deze slide heeft geen instructies
Welke filosofische vraag heb jij jezelf weleens gesteld?
Slide 4 - Open vraag
Deze slide heeft geen instructies
Filosofische vragen?
Welke regels zijn er op school?
Moet je regels altijd volgen?
Is vlees goed voor je gezondheid?
Kan een goed mens vlees eten?
Hoe warm is het vandaag?
Wanneer is iets een feit?
Hoe is het leven op aarde ontstaan?
Wat is het doel van het menselijk leven?
Hoe werken computers?
Kunnen computers denken?
Slide 5 - Tekstslide
- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)
(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.."
(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde.
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc.
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander.
Filosofische vragen gaan over...
Betekenis: wat dingen in essentie zijn, wat we bedoelen als we het hebben over X. Wat is…? Is … altijd…?
Goed en slecht: wat goed en slecht is of hoe het eigenlijk zou moeten. Is het erg dat…? Zou … altijd zo moeten zijn? Wat is een goede…? Is … altijd goed? Mag je…? Moeten mensen/overheden/docenten/… altijd/meer …?
Kennis: hoe we kunnen weten of dingen zo zijn, wat het verschil is tussen weten, geloven en denken. Hoe kan je weten of…? Kunnen mensen weten dat…? Kan je ooit zeker weten…?
Echt en onecht: wat er écht bestaat en wat niet en wat er echt kan bestaan. Bestaat…? Zijn… echt?
Slide 6 - Tekstslide
- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)
(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.."
(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde.
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc.
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander.
Filosofische vragen...
...zijn vaak meerduidig: je kunt de vraag op verschillende manieren opvatten en uitleggen. Er zijn verschillende antwoorden mogelijk.
...leiden vaak tot nieuwe vragen.
Slide 7 - Tekstslide
- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)
(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.."
(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde.
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc.
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander.
Filosofische vs dogmatisch
Filosofisch = open-minded en kritisch. Alles kan besproken en bevraagd worden, goede argumenten zijn het belangrijkst.
Dogmatisch = niet durven of willen twijfelen.
Slide 8 - Tekstslide
- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)
(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.."
(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde.
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc.
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander.
Oefening
Geluk is..... 2 min
Concrete vragen stellen over die ervaring 2 min pp
- waar was je?
- hoe voelde je je?
- hoe zag het eruit?
- wat gebeurde er?
Goed luisteren & daarna aan klas vertellen
Slide 9 - Tekstslide
- wat filosofie is leer je misschien het best door het te doen. daarom een oefening die helpt (voor 5v fijn om in te komen)
(1) schrijf een definitie op van geluk. "Geluk is.."
(2)"Je krijgt de tijd om een moment te bedenken waarop je geluk ervaarde.
(3) daarna gaan we elkaar kort daarover interviewen. 2 minuten, dan wisselen we. stel concrete vragen die zo goed mogelijk het moment beschrijven: waar was je, hoe zag het eruit, wat voelde je, wat gebeurde er, wie waren erbij, etc.
(4)Luister goed, want je vertelt daarna aan de rest over de ervaring van de ander.