In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Oorzaken van inflatie
§4.4
Slide 1 - Tekstslide
Mededelingen
Praktische opdracht
Inleveren 21 januari 2021
Schrijf je in op keuzeuren bij mij!
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het eind van deze les:
Kan je 5 oorzaken van inflatie opnoemen
Kan je een vraag en aanbodlijn aflezen
Kan je een vraag en aanbodlijn voorspellen
Slide 3 - Tekstslide
Programma
Introductie
Huiswerk nakijken
Herhalen vorige les (indexcijfers)
Uitleg oorzaken inflatie
Opdrachten
Afsluiting
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht
Wat: Kijk je eigen huiswerk na!
Hoe: Antwoorden staan in Classroom. Zet kruisjes en krulletjes
Tijd: 5 min
Hulp: kom naar keuzeuren voor vragen!
Resultaat: Voorbereiding op de toets
Slide 5 - Tekstslide
2015 is het basisjaar. In 2018 zijn de lonen met 8% gestegen ten opzichte van 2015. Wat zijn de indexcijfers van 2015 en 2018?
Slide 6 - Open vraag
Wat is het indexcijfer van 2015?
A
90
B
91
C
92
D
93
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het indexcijfer van 2016?
A
101
B
102
C
103
D
104
Slide 8 - Quizvraag
Inflatie:
Slide 9 - Tekstslide
Oorzaken van inflatie
Oorzaken inflatie:
Stijging van de vraag (bestedingsinflatie)
Daling van het aanbod (schaarste)
Kosten stijgen bij bedrijven (kosteninflatie)
Stijging importprijzen
De overheid vraagt meer geld
Slide 10 - Tekstslide
Vraag en aanbod
Alle vraag en aanbod bij elkaar noemen we de markt.
Bijvoorbeeld: Alle vraag en aanbod van bloemen bij elkaar noemen we de markt voor bloemen.
Slide 11 - Tekstslide
Bij een vraaglijn is er altijd een negatief verband.
Hoe hoger de prijs, hoe minder mensen het product willen hebben.
De lijn loopt dus altijd naar beneden.
Formule voor deze vraaglijn:
-6 P + 900
Let op! P is de onbekende
Slide 12 - Tekstslide
Ezelsbruggetje:
Van de vraaglijn kan je een V maken.
Slide 13 - Tekstslide
Bij een aanbodslijn is er altijd een positief verband.
Hoe hoger de prijs, hoe meer mensen het product willen maken.
De lijn loopt dus altijd naar boven.
Formule voor deze aanbodslijn
4 P - 100
Let op! P is de onbekende
Slide 14 - Tekstslide
Ezelsbruggetje:
Van de aanbodslijn kan je een A maken
Slide 15 - Tekstslide
Als de lijnen elkaar kruizen dan. noemen we dat het evenwichtspunt. Dit is het ideale punt van de markt. In dit punt is vraag en aanbod aan elkaar gelijk.
Slide 16 - Tekstslide
Wanneer er veel aanbod is en weinig vraag dan .... de prijs.
A
Stijgt
B
Daalt
Slide 17 - Quizvraag
Hoe hoger de prijs, hoe (meerdere antwoorden mogelijk)
A
lager de vraag
B
hoger de vraag
C
lager het aanbod
D
groter het aanbod
Slide 18 - Quizvraag
Wanneer ontstaat de evenwichtsprijs?
A
Als het hele aanbod verkocht kan worden
B
Als aan alle vraag voldaan wordt
C
Als er meer vraag is dan dat er aanbod is
D
Als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn
Slide 19 - Quizvraag
Opdracht
Wat: Maak opdracht 1 t/m 5 en 8, 9 en 10 blz. 134
Hoe: lees eerst de leertekst voor jezelf door
Tijd: 15 min
Hulp: Overleggen en vragenstellen is toegestaan
Resultaat: zelfstandig nakijken
Slide 20 - Tekstslide
Vooruitblik
Volgende week donderdag begint de toetsweek
Dus... nog 4 lessen en nog 4 paragrafen te doen
Onderwerp economie: H3 Belastingen & H4 verschillen in inkomen