Als het goed is, weet je aan het eind van deze les:
- wat we onder een argumentatiestructuur verstaan;
- welke argumentatiestructuren we onderscheiden;
- hoe we een argumentatie schematisch in kaart kunnen brengen.
Slide 2 - Tekstslide
Leesdossier
Lever uiterlijk maandag het leesdossier in. Dit bestaat uit:
- Leesautobiografie
- Werkbladen bij Het Gouden Ei
- Werkbladen bij Reinaert de Vos
- Werkbladen bij Warenar
- Recensie uit periode 2
- Werkbladen bij zelfstandig gelezen boek
Lever daarnaast 'Het Gouden Ei en Warenar in
Slide 3 - Tekstslide
Welke argumentatieschema's?
Als je griep hebt, moet je daar eerst zelf wat aan proberen te doen voordat je de dokter raadpleegt. Zo voel ik me al een stuk beter als ik een paar paracetamols neem.
Leerlingen op het vwo moeten in vijf in plaats van zes jaar hun opleiding kunnen afmaken. Je kunt eerder aan een vervolgstudie beginnen en je zit je minder te vervelen. Je raakt dan misschien wel wat contacten met leeftijdsgenoten kwijt, maar ik vind de voordelen toch belangrijker.
Slide 4 - Tekstslide
Welke argumentatieschema's?
Volgens zijn arts heeft hij bloedarmoede. Hij had namelijk allerlei symptomen die er op wijzen: last van vermoeidheid, hartkloppingen, duizeligheid, oorsuizingen en hoofdpijn.
Het zal mij verbazen als dit jaar de carnavalsoptocht in De Bosch doorgaat (gevolg en standpunt). Er wordt namelijk een erg harde wind voorspeld (oorzaak en argument).
Slide 5 - Tekstslide
Argumentatie
Een argumentatie bestaat uit een standpunt en alle argumenten die worden gebruikt om dit standpunt te ondersteunen. Je kunt dit schematisch weergeven in een argumentatieschema.
Als schrijver kun je vooraf een argumentatiestructuur maken om structuur in je tekst aan te brengen. Als lezer kun je het achteraf doen om inzicht te krijgen in de argumentatie.
Slide 6 - Tekstslide
Enkelvoudige argumentatie
Van een enkelvoudige argumentatiestructuur is sprake als het standpunt wordt ondersteund door één argument.
Slide 7 - Tekstslide
Onderschikkende argumentatie
Bij een onderschikkende argumentatie wordt het argument kracht bij gezet door een ondersteunend argument te gebruiken.
Bij een onafhankelijk nevenschikkende argumentatiestructuur wordt het standpunt ondersteund met meerdere argumenten die elkaar nodig hebben om aan kracht te winnen.
Slide 10 - Tekstslide
Argumentatiestructuren
In de vorige sheets zagen we redelijk simpele argumentatiestructuren. Ze kunnen ook wat ingewikkelder zijn. Zo kunnen neven- en onderschikkende argumentatie samengaan. Een voorbeeld hiervan is te vinden achter in de reader.
Slide 11 - Tekstslide
Opdracht
Maak een argumentatiestructuur bij de volgende redeneringen:
De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en ook kunnen we bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.
We moeten haar aannemen voor die baan als boekenverkoopster. Ze heeft immers al ruime ervaring in die branche. Hiervoor werkte ze namelijk tien jaar in een Libris boekhandel.
Slide 12 - Tekstslide
Opdracht
Maak een argumentatiestructuur bij de volgende redenering:
De meeste leerlingen van mijn klas willen nu eenmaal bowlen, dus ik ga me daar niet tegen verzetten. Het is bovendien goedkoper dan paintballen en karten en ook kunnen we bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten.
Slide 13 - Tekstslide
Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
Slide 14 - Tekstslide
Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
↑
De meeste leerlingen van mijn klas willen bowlen
Slide 15 - Tekstslide
Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
↑
De meeste leerlingen van mijn klas willen bowlen.
↑
Bowlen is goedkoper dan paintballen en karten.
Slide 16 - Tekstslide
Ik ga me niet verzetten tegen het bowlen
↑
De meeste leerlingen van mijn klas willen bowlen.
↑
Bowlen is goedkoper dan paintballen en karten.
↑
We kunnen bij de bowlingbaan vrij goedkoop eten
Slide 17 - Tekstslide
Opdracht
Maak een argumentatieschema bij de volgende redenering:
We moeten haar aannemen voor die baan als boekenverkoopster. Ze heeft immers al ruime ervaring in die branche. Hiervoor werkte ze namelijk tien jaar in een Libris boekhandel.
Slide 18 - Tekstslide
We moeten haar aannemen als boekenverkoopster
↑
Ze heeft al ruime ervaring in die branche
Slide 19 - Tekstslide
We moeten haar aannemen als boekenverkoopster
↑
Ze heeft al ruime ervaring in die branche
↑
Hiervoor werkte ze tien jaar in een Libris boekhandel