Kies 1 Thema 4 Politiek

• Maatschappijleer
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 3

Burgerschap

H4 Politiek

Inhoud van de les

1. Terugblik op de toets

2. Wat weten we al?

3. Start opdracht

4. Leerdoelen + uitleg

5. Zelf aan de slag

6. Les afsluiten

Terugblik op de toets

Heel goed gemaakt! Mijn complimenten :)

1. Begrippenkennis was heel goed.

Tips:

1. Let op argumenten bij het geven van je mening.

Waar heeft politiek allemaal mee te maken?

Opdracht maken

Maak de STARTOPDRACHT op blz. 100:

Schrijf 5 dingen op die te maken hebben met politiek

Democratie

In deze les leer je:

- wat met politiek bedoeld wordt;

- dat je in Nederland inspraak kunt hebben;

- wat een democratie is. 

Politiek

In Nederland moeten allerlei problemen worden opgelost.

Politiek: het maken van keuzes om problemen in een land op te lossen.

Welke problemen zie je hier?

Bedenk een oplossing voor dit probleem.

Democratie

Inspraak: je mag meepraten over politieke keuzes.

 Nederland is een democratie.

Democratie: een land waar iedereen inspraak heeft.

Veel scholieren hebben overgewicht. Hoe moet dit probleem worden opgelost?

1. Geen ongezond eten in de schoolkantine meer
2. Gratis sportles voor te dikke kinderen
3. De ouders moeten aangesproken worden
4. Meer les op school over gezond leven

We gaan stemmen!

We maken tegelijkertijd opdracht 3 op blz. 106.

Er zijn 4 plannen bedacht op school, er mag maar 1 plan worden uitgevoerd. Welk plan zou jij kiezen?

1. Basketbalveld op het schoolplein
2. Nieuwe computers op school
3. Groot schoolfeest
4. Meer lekkere dingen in de kantine

Opdracht maken

Blz. 102 t/m 107

Maak opdracht 1  (c t/m h) + 2  (a t/m e)

Extra uitleg nodig of heb je een vraag ? --> Aan de tafel voor het bord.

Klaar? --> Keuzeopdracht 1 (e-mail) op blz. 130 maken.

Afsluiten

Wat wordt met politiek bedoeld?

Hoe heb je in Nederland inspraak?

Wat is een democratie is?

Burgerschap

H4 Politiek

Welke politieke partijen ken jij?

Opdracht maken

Maak opdracht 1 a t/m d

(blz 109 en 110)

verkiezingscampange

campagne = reclame 

doel van een verkiezingscampagne is zoveel mogelijk stemmen krijgen tijdens de verkiezingen.

Door wie worden de leden van de Tweede Kamer gekozen?

1. Alle 17miljoen mensen in Nederland
2. Iedereen die 18 jaar is en mag stemmen
3. De koning
4. Ze kiezen zelf

Hoeveel leden (mensen) zitten er in de Tweede Kamer?

1. 50
2. 75
3. 150
4. 175

Opdracht maken

We maken SAMEN opdracht 1 a t/m e

schooltv.nl

Welke zin(nen) past bij de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap?

lees mij

De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap houdt zich bezig met scholen en museums.

1. Veel jongeren zonder werk
2. Pesten groot probleem op middelbare scholen
3. Openbaar vervoer steeds duurder
4. Steeds meer jongeren verlaten school zonder diploma

Welke zin(nen) past bij de minister van Infrastructuur en Milieu?

lees mij

De minister van Infrastructuur en Milieu houdt zich bezig met wegen, openbaar vervoer en natuurgebieden.

1. Veel jongeren zonder werk
2. Aantal inbraken gestegen
3. Openbaar vervoer steeds duurder
4. Aantal verkeersdoden toegenomen

Welke zin(nen) past bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

lees mij

De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid houdt zich bezig met werk en armoede.

1. Veel jongeren zonder werk
2. Aantal inbraken gestegen
3. 1 op de 5 jongeren heeft een schuld
4. Grote rellen na voetbalwedstrijd

Welke zin(nen) past bij de minister van Veiligheid en Justitie?

lees mij

De minister van Veiligheid en Justitie houdt zich bezig met de politie en criminaliteit.

1. Aantal inbraken gestegen
2. Openbaar vervoer steeds duurder
3. Veel jongeren zonder werk
4. Grote rellen na voetbalwedstrijd

De minister van Onderwijs heeft het plan om smartphones te verbieden op school. Noem een VOORDEEL:

De minister van Onderwijs heeft het plan om smartphones te verbieden op school. Noem een NADEEL:

We gaan een debat voeren, iedereen krijgt een rol.

Lees de instructie op blz. 118

Waarvoor is er een verkiezingscampagne?

Maken opdrachten

Maak de opdrachten aan het einde van het thema

(extra oefening voor de toets)