onregelmatige ww
decir (zeggen)poner (neerleggen/zetten)
ver (zien)
abrir (openen)
escribir (schrijven)
hacer (doen/maken)
volver (teruggaan)
leer (lezen)
romper (breken, stuk maken)
morir ( sterven, doodgaan)
ser (zijn)
ir (gaan)
participios (voltooid deelwoord)
dicho
puesto
visto
abierto
escrito
hecho
vuelto
leído
roto
muerto
sido
ido