2H - Unité 3

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bijvoeglijk naamwoord

Het bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een...

1. werkwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. bijwoord
4. voorzetsel

De vorm van het bijvoeglijk nw

Un jean vert                           Une olive verte

Deux jeans verts                 Deux olives vertes

                 

Donc....

	mannelijk	vrouwelijk
enkelvoud	petit	petit e
meervoud	petit s	petit es

En nog een keer ......

mannelijk enkelvoud = -

mannelijk meervoud = +s

vrouwelijk enkelvoud = +e

vrouwelijk meervoud = +es

Maar..... let op !

•  Als het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -e, bij vrouwelijk  geen extra -e, 

Un pantalon rouge          -->           Une robe rouge

• Als het mannelijk enkelvoud al eindigt op een -s, bij mannelijk meervoud  geen extra -s

Un garçon français         -->           Deux garçons français

• Als het mannelijk enkelvoud eindigt op -eau, bij mannelijk meervoud -eaux

Un nouveau voisin          -->           Des nouveaux voisins

• Als het mannelijk enkelvoud eindigt op -al, dan eindigt het mannelijk meervoud op -aux

un musée national         -->           Des musées nationaux

Bijzondere vrouwelijke vormen

	mannelijk	vrouwelijk
	-x (heureux)	-se (heureuse)
	-f (sportif)	-ve (sportive)
oud	vieux	vieille
nieuw	nouveau	nouvelle
mooi	beau	belle
goed, lekker	bon	bonne
wit	blanc	blanche
gek	fou	folle
lang	long	longue
dik, groot	gros	grosse

Het bijvoeglijk naamwoord kan 4 vormen hebben

	Mannelijk	Vrouwelijk
Enkelvoud
Meervoud

grande

grandes

grand

grands

Bij vrouweljik enkelvoud krijgt het bijvoeglijk naamwoord een extra...

1. e
2. s
3. es
4. niks

Mannelijk meervoud krijgt ..

1. e
2. s
3. es
4. niks

sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vak

mannelijk

vrouwelijk

blanc

blanche

bon

bonne

vieux

vieille

beau

belle

Sleep de bijvoeglijk naamwoorden naar de goede plek

Vrouwelijk enkelvoud

Mannelijk enkelvoud

Vrouwelijk meervoud

Mannelijk meervoud

beau

nouvelle

nouveau

vieilles

bon

bonnes

beaux

belles

bons

bonne

Sleep de bijvoeglijke naamwoorden naar het juiste vakje. 

vieille

belles

bonne

nouveaux

bons

beaux

vieux

nouveau

bon

beau

blanches

longues

belle

Kies de juiste vorm:
Elle a une ___ jupe.

1. joli
2. jolie
3. jolis
4. jolies

Kies de juiste vorm:
La série est ___.

1. intéressant
2. intéressante
3. intéressants
4. intéressantes

Kies de juiste vorm:
C'est une ___ actrice.

1. grand
2. grande
3. grands
4. grandes

Kies de juiste vorm:
Elle a deux chats (m) ___ .

1. noirs
2. noir
3. noire
4. noires

Kies de juiste vorm:

Elle porte une robe ____

1. rouge
2. rougee
3. rouges
4. roug

De plaats van het bijvoeglijk naamwoord

Un film intéressant.

Normaal staan de bijvoeglijk naamwoorden in het Frans

 achter het zelfstandig naamwoord.

Maar deze bijvoeglijk nw staan

vóór het zelfst. nw

Maar deze bijvoeglijk nw staan vóór het zelfst. nw

Frans	Nederlands
beau	mooi
bon	goed, lekker
joli	leuk, mooi
grand	groot
long	lang
petit	klein
jeune	jong
vieux	oud
nouveau	nieuw
gros	groot, dik
mauvais	slecht
haut	hoog

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?

VOOR

ACHTER

italien

mauvais

noir

joli

beau

sportif

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?

VOOR

ACHTER

heureux

cher

petit

grand

facile

long

komt het bijvoeglijk naamwoord voor of achter het zelfstandig naamwoord?

VOOR

ACHTER

blanc

adorable

belle

nouveau

active

grands

bonnes

Kies de juiste volgorde:
Léa est une ___.

1. jolie fille
2. fille jolie

Kies de juiste volgorde:
Et Jules est un ___.

1. garçon beau
2. beau garçon

Kies de juiste volgorde:
Je suis une ___.

1. fille française
2. française fille

Kies de juiste volgorde:
Elle porte un ___

1. pantalon noir
2. noir pantalon

formatieve test

• Ga nu naar Google Classroom
• Toetsweek 2
• Maak de formatieve test - bijvoeglijk naamwoord

• Kom daarna terug naar deze LessonUp

meervoud

zelfstandig naamwoorden

HOOFDREGEL

zelfstandig nw meervoud = zelfstandig nw enkelvoud + s

BIJZONDERHEDEN

eindigt op -s            + [niets]                     le bus → les bus

eindigt op -x            + [niets]                     le prix → les prix

eindigt op -z            + [niets]                     le nez → les nez

eindigt op -au          -aux                            le bureau  → les bureaux

eindigt op -eu          -eux                            le jeu          → les jeux

eindigt op -al            -aux                            l’animal     → les animaux

BIJZONDERHEDEN

LET OP - 2 hele bijzondere vormen:

le travail  →  les travaux   (de werkzaamheden)

l'oeil          →  les yeux         (de ogen)

Meervoud van la fille

1. les filles
2. les fillex
3. les fils
4. les fills

Maak meervoud:
l'hôtel

1. l'hôtels
2. le hôtels
3. les hôtels

Wat is het meervoud van:
la pêche

1. les pêcheaux
2. les pêche
3. Les pêchez
4. les pêches

Wat is het meervoud van:
le cheval

1. les cheveaux
2. les chevals
3. les chevaux

Meervoud van l'oeil (het oog)

1. les oeils
2. les yeux
3. les oeilxs
4. les oeil

Wat is het meervoud van:
l´animal

1. l´animals
2. les animaux
3. les animals
4. l´animaux

Wat is het meervoud van:
le gâteau

1. les gâteaus
2. les gâteaux
3. le gâteaux
4. gâteaux

Meervoud van l'hôpital

1. les hôpitalles
2. l 'hôpitals
3. les hôpitaux
4. les hôpitaus

Meervoud van la fille

1. les filles
2. les fillex
3. les fils
4. les fills

Maak meervoud:
l'hôtel

1. l'hôtels
2. le hôtels
3. les hôtels

Wat is het meervoud van:
la pêche

1. les pêcheaux
2. les pêche
3. Les pêchez
4. les pêches

Wat is het meervoud van:
le cheval

1. les cheveaux
2. les chevals
3. les chevaux

Meervoud van l'oeil (het oog)

1. les oeils
2. les yeux
3. les oeilxs
4. les oeil

Wat is het meervoud van:
l´animal

1. l´animals
2. les animaux
3. les animals
4. l´animaux

Wat is het meervoud van:
le gâteau

1. les gâteaus
2. les gâteaux
3. le gâteaux
4. gâteaux

Meervoud van l'hôpital

1. les hôpitalles
2. l 'hôpitals
3. les hôpitaux
4. les hôpitaus

formatieve test

• Ga nu naar Google Classroom
• Toetsweek 2
• Maak de formatieve test: meervoud zelfstandig naamwoorden