5.3 Sparen en interen

5.3 

Sparen en interen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

5.3 

Sparen en interen

Slide 1 - Tekstslide





Leerdoelen
  • Ik kan benoemen hoe je rond kunt komen van je geld;
  • Ik kan uitleggen hoe je  een tekort kunt voorkomen. 

Slide 2 - Tekstslide




Wat weet je nog van de vorige les?
  • vaste lasten
  • incidentele uitgaven
  • automatische incasso
  • duurzame gebruiksgoederen  

Slide 3 - Tekstslide

Vul de zinnen aan...

Slide 4 - Tekstslide

... zijn kosten die je regelmatig moet betalen.
A
Automatische incasso
B
Duurzame gebruiksgoederen
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven

Slide 5 - Quizvraag

... zijn kosten die af en toe voorkomen, zoals een cadeau voor iemand.
A
Automatische incasso
B
Duurzame gebruiksgoederen
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven

Slide 6 - Quizvraag

... betekent dat je betalingen automatisch laat afschrijven van je bankrekening.
A
Automatische incasso
B
Duurzame gebruiksgoederen
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven

Slide 7 - Quizvraag

Grote uitgaven voor spullen die lang meegaan, noemen we...
A
Automatische incasso
B
Duurzame gebruiksgoederen
C
Vaste lasten
D
Incidentele uitgaven

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Budget
Budget is een bedrag waarvan je een bepaald soort uitgaven moet doen.
Het budget wordt vastgesteld op basis van je inkomen en de uitgaven die je van het budget wilt betalen.

Slide 10 - Tekstslide

Interen
In sommige maanden zijn de werkelijke uitgaven hoger dan het budget.
Er is dan een tekort: er wordt ingeteerd op het spaargeld.
Interen mag zolang er spaargeld is. 
Anders kun je in financiële moeilijkheden komen.

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide



Balans


Zijn je werkelijke uitgaven lager dan je budget, dan houd je geld over. Het is verstandig om dit overschot dan te sparen.

Zijn je werkelijke uitgaven hoger dan je budget, dan kom je geld tekort en moet je interen op je spaargeld.

Slide 13 - Tekstslide

Aan de slag
Jullie gaan nu paragraaf 5.3 lezen en daarna maken!!

Slide 14 - Tekstslide